Intermediairs verarmen snel

Directeuren-eigenaren van de ongeveer achtduizend financiële tussenpersonen in Nederland hebben vorig jaar veel minder inkomen uit hun zaak gehaald. Salaris in te leveren is een overlevingstechniek aldus adviesbureau D&O.

Directeuren-eigenaren van de ongeveer achtduizend financiële tussenpersonen in Nederland hebben vorig jaar veel minder inkomen uit hun zaak gehaald. Salaris in te leveren is een overlevingstechniek aldus adviesbureau D&O.

 

 

Beloning achteruit

Dit blijkt uit een analyse van het adviesbureau D&O gepubliceerd in het Financieele Dagblad. In 2009 werd er voor gemiddeld € 78.215 bruto aan beloning toegekend, in 2010 was dat gezakt tot € 57.082. In 2006, het jaar voor het begin van de grote financiële crisis, kwam de gemiddelde beloning van de eigenaren nog uit op € 86.195.

Provisie-inkomsten

Een kwart van de ongeveer 8000 financiele adviseus heeft vorig jaar verlies gelden. De ingezakte markt voor hypotheken en levensverzekeringen is de grote boosdoener. Daarnaast heeft de strengere financiële wetgeving een drukkende werking op de provisie-inkomsten van de bedrijven en dus op de beloning van de eigenaren. Volgens Oosterbaan, directeur van het adviesbureau D&O, kunnen faillissementen in deze bedrijfstak niet uitblijven.

‘Sombere stemming’

Oosterbaan spreekt van een ‘sombere stemming’ in de bedrijfstak. “De resultaten over 2010 zijn niet florissant. Dat zal het gevoel dat men in de steek is gelaten door politiek en verzekeraars versterken.” Het totale provisieverbod moet per 1 januari 2013 ingaan. Vanaf die datum betalen verzekeraars geen provisie meer en moeten tussenpersonen rechtstreeks met de klant hun adviesbeloning afspreken.

Loonsomheffing binnen handbereik

De overstap naar een loonsomheffing is mogelijk, concludeert Frank Werger in zijn proefschrift Loonsomheffing. De voorgestelde loonsomheffing van Werger leidt voor werkgevers tot een eenvoudiger en daarmee goedkoper uitvoerbare loonadministratie. Werknemers krijgen door de loonsomheffing een eenvoudiger en begrijpelijker loonstrookje.

De overstap naar een loonsomheffing is mogelijk, concludeert Frank Werger in zijn proefschrift Loonsomheffing. De voorgestelde loonsomheffing van Werger leidt voor werkgevers tot een eenvoudiger en daarmee goedkoper uitvoerbare loonadministratie. Werknemers krijgen door de loonsomheffing een eenvoudiger en begrijpelijker loonstrookje.

LoonsomheffingWerger onderzocht of de huidige heffingen op het loon (loonbelasting, premies volks- en werknemersverzekeringen en de inkomensafhankelijke bijdrage Zvw) kunnen worden vervangen door een loonsomheffing. Deze loonsomheffing wordt deels van de werkgever en deels van de werknemer geheven.

 Opdrachtnemer

Hierbij geldt als uitgangspunt dat elke opdrachtnemer – die niet als ondernemer in de zin van de inkomstenbelasting werkzaam is – als werknemer in de zin van de loonsomheffing wordt aangemerkt. Wel stelt Werger voor om een beperkte mogelijkheid tot opting out voor nevenwerkzaamheden in te voeren. Daarop is de loonsomheffing dan niet van toepassing.

Uniform loonbegrip

De voorgestelde loonsomheffing gaat verder uit van een uniform loonbegrip, waarbij geen (premie) maxima, franchises of heffingskortingen worden gehanteerd. De huidige verschillen in heffingsgrondslagen worden daarmee opgelost en de fijnmazige tariefstructuur wordt vervangen door een simpel proportioneel tarief.

Werger is verbonden aan het Fiscaal Economisch Instituut (FEI) van de Erasmus Universiteit te Rotterdam. Daarnaast is hij als loonheffingenspecialist verbonden aan PwC. Hij promoveert op 17 maart aan de Erasmus Universiteit Rotterdam.

 

 

 

 

 

 

Nieuw convenant horizontaal toezicht Belastingdienst en NOAB

De Belastingdienst en De Nederlandse Orde van Administratie- en Belastingdeskundigen (NOAB) sloten woensdag een convenant horizontaal toezicht. Staatssecretaris van Financiën Frans Weekers tekende de overeenkomst namens de Belastingdienst.

De Belastingdienst en De Nederlandse Orde van Administratie- en Belastingdeskundigen (NOAB) sloten woensdag een convenant horizontaal toezicht. Staatssecretaris van Financiën Frans Weekers tekende de overeenkomst namens de Belastingdienst.Kwaliteit aangifteprocesIn de overeenkomst staan afspraken met de aangesloten NOAB-kantoren over de wijze waarop zij het aangifteproces inrichten. Met als doel de kwaliteit van de aangiften te verbeteren. Ook door vooroverleg te voeren over fiscale risico’s kan de Belastingdienst de controles achteraf beperken.

 VoordelenVertrouwen, begrip en transparantie staan aan de basis van deze samenwerking op het gebied van toezicht, die voordelen biedt voor klanten van de NOAB-kantoren. Hun aangifte wordt sneller verwerkt, waardoor zij eerder financiële zekerheid hebben.

 Verbeterde kwaliteitssystemenDe Belastingdienst en de NOAB sluiten met dit definitieve convenant een proefperiode van 2 jaar af. Dit na doorgevoerde verbeteringen van de kwaliteitssystemen door de NOAB.

 Nieuwe convenantgesprekkenDe Belastingdienst voert momenteel gesprekken met verschillende partijen om te komen tot samenwerking op het gebied van horizontaal toezicht. Het uitgangspunt is dat elk kwalitatief goed belastingadvieskantoor hieraan moet kunnen deelnemen.

 

 

 

 

 

 

Rittenregistratie voor bestelauto afgeschaft

De rittenregistratie voor bestelauto’s wordt afgeschaft. Dat schrijft staatssecretaris van Financiën Weekers in antwoord op Kamervragen. In juni komt de staatssecretaris met voorstellen voor een alternatieve regeling, zonder rittenregistratie

De rittenregistratie voor bestelauto’s wordt afgeschaft. Dat schrijft staatssecretaris van Financiën Weekers in antwoord op Kamervragen. In juni komt de staatssecretaris met voorstellen voor een alternatieve regeling, zonder rittenregistratie.

Aanleiding voor de Kamervragen waren publicaties in onder meer De Telegraaf en Het Financieele Dagblad over de ergernis bij vooral kleinere bedrijven over het door werknemers moeten bijhouden van een rittenadministratie om geen bijtelling te krijgen voor privégebruik van een bestelauto.

 Wanneer geen toepassing rittenregistratie?

Staatssecretaris Weekers geeft aan dat er al een aantal mogelijkheden zijn om de rittenregistratie niet toe te hoeven passen.

     

  • Als de bestelauto door aard of inrichting (nagenoeg) uitsluitend geschikt is voor het vervoer van goederen of er geldt een verbod voor werknemers om privé gebruik te maken van de bestelauto dan wel er sprake is van een bestelauto die buiten werktijd niet gebruikt kan worden, is er geen sprake van bijtelling en hoeft er ook geen rittenregistratie te worden bijgehouden.
  •  

  • Er hoeft ook geen rittenregistratie te worden bijgehouden bij afkoop vanwege doorlopend afwisselend gebruik door verschillende werknemers.
  •  

Autobrief

Deze bijzondere regelingen voor de bestelauto’s bieden niet altijd voldoende soelaas. Weekers gaat dan ook ook de mogelijkheden onderzoeken om te komen tot een regeling voor bestelauto’s waarin een rittenregistratie niet langer noodzakelijk is. Het gaat dan met name om de werknemers die hun bestelauto voor minder dan 500 kilometer privé per jaar gebruiken, maar geen gebruik (kunnen) maken van voornoemde bijzondere regelingen.

Daarbij kijkt de staatssecretaris ook naar de bijtelling voor de bestelauto van de ZZP-er.

In de zogenoemde autobrief die Weekers begin juni aan de Kamer stuurt, legt Weekers een of meer alternatieve regelingen zonder rittenregistratie voor.

Verkeersboeten onder de werkkostenregeling

Een door de werkgever betaalde en niet op de werknemer verhaalde verkeersboete vormt loon. Dit geldt volgens Hof Amsterdam ook als het een buitenlandse verkeersboete betreft.

Een door de werkgever betaalde en niet op de werknemer verhaalde verkeersboete vormt loon. Dit geldt volgens Hof Amsterdam ook als het een buitenlandse verkeersboete betreft. Dat meldt Deloitte.

Onder de werkkostenregeling geldt dat als een werkgever ervoor kiest om een door buitenlandse autoriteiten opgelegde verkeersboete niet op de werknemer te verhalen, hij het voordeel wegens het niet-verhalen kan aanwijzen als eindheffingsbestanddeel ten laste van de vrije ruimte.

Verkeersboetes die door de Nederlandse autoriteiten zijn opgelegd, moeten voor toepassing van de werkkostenregeling echter verplicht tot het loon van de werknemer worden gerekend.

Uit de tekst van de Wet op de loonbelasting en wetsgeschiedenis valt niet af te leiden dat een boete die door een buitenlandse autoriteit is opgelegd vrij vergoed kan worden.

Uit de wet volgt slechts dat het vergoeden, dan wel het niet verhalen, van buitenlandse geldboetes niet onder alle omstandigheden tot loonheffing leidt.

De verkeersovertreding in de casus is echter niet gemaakt ter behoorlijke vervulling van de dienstbetrekking. De betaling van de boete door de bv is daarom terecht als loon aan te merken.

Bron:

Ctrl.nl van Deloitte