Bedrijven betalen steeds minder winstbelasting

Bedrijven betalen al tien jaar steeds minder winstbelasting. Maar de belasting op het salaris van werknemers is juist opgelopen.

Bedrijven betalen al tien jaar steeds minder belasting over hun winsten. Maar de belasting op het salaris van werknemers is juist opgelopen. Dat meldt de Volkskrant zaterdag, na een eigen onderzoek. De krant deed onderzoek naar de daadwerkelijk betaalde belasting van bedrijven en werknemers.

De uitkomsten passen in een mondiale trend van dalende winstbelastingen voor het bedrijfsleven. Begin jaren ’80 hief de fiscus nog 48 procent. Deze eeuw is het tarief verlaagd van 35 naar 25 procent, schrijft de krant.

De belastingen voor werknemers gingen juist omhoog. De 12,7 miljoen Nederlanders met een inkomen betaalden vorig jaar per persoon gemiddeld 3755 euro loon- en inkomstenbelasting. Dat is 44 procent meer dan in 2000. Nederlanders droegen bovendien meer af aan waterschappen, het riool, de auto en betaalden meer aan btw of accijnzen voor tabak en benzine.

Bij opzet en/of grove schuld geen betalingsonmacht mogelijk

Kan uw bv de belasting of premies niet betalen, dan bent u verplicht om dit te melden bij de Belastingdienst. Door het op tijd melden van de betalingsonmacht voorkomt u dat de Belastingdienst u als bestuurder persoonlijk aansprakelijk stelt. Het melden van betalingsonmacht voorkomt aansprakelijkheid echter niet als er sprake is van opzet en/of grove schuld. Dit blijkt uit een recent arrest van de Hoge Raad.

Kan uw bv de belasting of premies niet betalen, dan bent u verplicht om dit te melden bij de Belastingdienst. Door het op tijd melden van de betalingsonmacht voorkomt u dat de Belastingdienst u als bestuurder persoonlijk aansprakelijk stelt. Het melden van betalingsonmacht voorkomt aansprakelijkheid echter niet als er sprake is van opzet en/of grove schuld. Dit blijkt uit een recent arrest van de Hoge Raad.

De bv in deze zaak had in de jaren 2002 tot en met 2004 te weinig BTW aangegeven. Dit kwam naar voren tijdens een boekenonderzoek van de Belastingdienst. Op 25 juli 2007 legde de fiscus dan ook een naheffingsaanslag voor de BTW op met boete. De bv kon deze aanslag echter niet betalen en gaf in een brief aan de ontvanger aan dat ze onmogelijk de aanslag binnen de gestelde termijn kon voldoen. Op 11 september 2007 is de bv uiteindelijk in staat van faillissement verklaard. De Belastingdienst stelde daarop de bestuurders aansprakelijk voor de niet-betaalde BTW. Volgens de fiscus was namelijk sprake van opzet en/of grove schuld.

Persoonlijk aansprakelijk

Volgens de Hoge Raad moest de bv de betalingsonmacht melden binnen twee weken na de vervaldag van de aanslag. Mogelijke aansprakelijkheid van de bestuurders was op deze manier te voorkomen. Deze regel was echter niet van toepassing bij opzet en/of grove schuld van de bv. De bestuurders van de bv hadden in cassatie niet bestreden dat er sprake was van opzet en/of grove schuld. De Hoge Raad concludeerde daarom dat de melding van betalingsonmacht om die reden niet rechtsgeldig was. De bestuurders waren dus persoonlijk aansprakelijk voor de niet-betaalde BTW.

Heeft u behoefte aan een deskundig freelance administrateur voor een aantal uren in de week, welke ook de nodige fiscale kennis in huis heeft, kijk dan eens op www.vrsconsultancy.nl. Misschien kunnen we iets voor elkaar betekenen.

 

 

Op werknemer verhaalde WGA-premie verlaagde de grondslag voor belasting- en premieheffing

De Hoge Raad heeft onlangs in twee arresten beslist dat een op een werknemer verhaalde WGA-premie (WGA = Werkhervattingsregeling gedeeltelijk arbeidsgeschikten) negatief loon vormt en daardoor de grondslag voor de loonheffing (loonbelasting en premie volksverzekeringen) verlaagt.

Samenvatting

De Hoge Raad heeft onlangs in twee arresten beslist dat een op een werknemer verhaalde WGA-premie (WGA = Werkhervattingsregeling gedeeltelijk arbeidsgeschikten) negatief loon vormt en daardoor de grondslag voor de loonheffing (loonbelasting en premie volksverzekeringen) verlaagt. De procedures hadden betrekking op de loontijdvakken januari 2007 en maart 2007. Werkgevers zijn sinds de invoering per 1 januari 2006 van de Wet financiering sociale verzekeringen (Wsfv) onder meer een gedifferentieerde premie verschuldigd voor de uitvoering van de WGA. Volgens de Wsfv mogen zij maximaal de helft van de WGA-premie voor de Werkhervattingskas verhalen op de werknemer. De Hoge Raad bevestigt daarmee de uitspraak van Rechtbank Breda waarover wij in 2008 hebben bericht. De procedures van de Hoge Raad hebben alleen nog belang voor werkgevers en werknemers die in de jaren 2006 tot en met 2008 bezwaar hebben gemaakt tegen de afdracht van loonheffingen in de loonaangifte in verband met verhaal van de WGA-premie. Vanaf 1 januari 2009 is namelijk wettelijk bepaald dat de op de werknemer verhaalde WGA-premie in mindering moet worden gebracht op het nettoloon van de werknemer.

Volledig artikel

Werkgevers zijn sinds de invoering van 1 januari 2006 van de Wet financiering sociale verzekeringen (Wsfv) onder meer een gedifferentieerde premie verschuldigd voor de uitvoering van de WGA. Volgens de Wsfv mogen zij maximaal de helft van de WGA-premie (WGA = Werkhervattingsregeling gedeeltelijk arbeidsgeschikten) voor de Werkhervattingskas verhalen op de werknemer.

De Hoge Raad heeft onlangs in twee procedures uitspraak gedaan over de vraag of een op een werknemer verhaalde WGA-premie  negatief loon vormt en daardoor de grondslag voor de loonheffing (loonbelasting en premie volksverzekeringen) verlaagt. In de onderhavige procedures hadden twee werkgevers in de loontijdvakken januari 2007 en maart 2007 de helft van de WGA-premie op een werknemer verhaald en hadden deze werknemers bezwaar gemaakt tegen de ingehouden loonheffing. Volgens hen was de verhaalde WGA-premie ten onrechte niet op het fiscale loon ingehouden maar op het nettoloon waardoor te veel aan loonheffing zou zijn afgedragen.

Rechtbank Haarlem en

 

 

Rechtbank Breda 

stelden de werknemers in het gelijk. Hof Amsterdam en Hof Den Bosch waren echter een andere mening toegedaan en vernietigden de uitspraken van de rechtbanken. De werknemers stelden daarop beroep in cassatie in bij de Hoge Raad.De Hoge Raad was van oordeel dat als een werkgever gebruik maakt van zijn bevoegdheid tot verhaal van de WGA-premie, dan is het gevolg daarvan dat de werknemer op grond van zijn dienstbetrekking een deel van zijn loon aan de werkgever afdraagt als bijdrage in de door de werkgever verschuldigde WGA-premie. In dat geval kwalificeert de afdracht als negatief loon. De Hoge Raad verwees daarbij naar zijn arrest van

  

5 februari 2010.

Dit houdt volgens de Hoge Raad in dat het loon van de werknemers van de loontijdvakken januari 2007 en maart 2007 waarover loonheffing is ingehouden, moet worden verminderd met het bedrag van de op hen verhaalde WGA-premie.

Opmerking


De procedures van de Hoge Raad hebben alleen nog belang voor werkgevers en werknemers die in de jaren 2006 tot en met 2008 bezwaar hebben gemaakt tegen de afdracht van loonheffingen in de loonaangifte in verband met verhaal van de WGA-premie. Vanaf 1 januari 2009 is namelijk wettelijk bepaald dat de op de werknemer verhaalde WGA-premie in mindering moet worden gebracht op het nettoloon van de werknemer. 

Bron: Hoge Raad, 8-4-2011, nrs. 10/00798 en 09/05031.

Deeltijdondernemer voortaan ook MKB-winstvrijstelling

Voortaan bestaat er recht op de MKB-winstvrijstelling ongeacht het aantal uren dat aan een onderneming wordt besteed. De MKB-winstvrijstelling stelt een vast percentage van de winst vrij van belasting.

Voortaan bestaat er recht op de MKB-winstvrijstelling ongeacht het aantal uren dat aan een onderneming wordt besteed. De MKB-winstvrijstelling stelt een vast percentage van de winst vrij van belasting. Hiervoor geldt nu nog de voorwaarde dat wordt voldaan aan het urencriterium, een ondernemer moet minimaal 1225 uur ondernemen om voor de vrijstelling in aanmerking te komen. Deze voorwaarde vervalt.

Hybride ondernemers (mensen die naast een baan een onderneming hebben) en deeltijdondernemers (zonder baan ernaast) kunnen daardoor ook gebruik maken van de winstvrijstelling. Door het afschaffen van het urencriterium wordt het aantrekkelijker om een onderneming te starten in deeltijd of naast een baan. De maatregel past daarmee in het kabinetsbeleid om de overgang van een uitkering of van een baan naar ondernemerschap makkelijker te maken.

 

Staatssecretaris De Jager verhoogt de MKB-winstvrijstelling van 10,5 procent naar 12 procent.  Het verhogen van deze vrijstelling verlaagt de marginale belastingdruk op behaalde winst. Bij een winst na toepassing van de ondernemersaftrek van bijvoorbeeld 50.000 euro is vanaf 1 januari 2010 de eerste 6.000 euro vrijgesteld (was 5.250 euro).

‘Belgische fiscus belast Nederlandse pensionado’s extra’

Bij belastingadviseurs regent het klachten van Nederlandse aow’ers die van hun pensioen willen genieten in België. Zij krijgen van de Belgische fiscus forse aanslagen.

Bij belastingadviseurs regent het klachten van Nederlandse aow’ers die van hun pensioen willen genieten in België. Zij krijgen van de Belgische fiscus forse aanslagen.

Een van de gepensioneerden beklaagt zich in de Telegraaf over aanslagen die twee- tot achtmaal zo hoog zijn als in Nederland. Bovendien zouden ze niet kloppen en niet aantoonbaar zijn.

 

Tegenstrijdig

Het gaat vooral om lokale administraties, onder andere van de gemeenten Lommel en Maaseik. Volgens deze regionale afdelingen moeten over de Nederlandse pensioenen met terugwerkende kracht forse belasting worden geheven. Volgens de gedupeerden is dit in strijd met belastingverdragen én series gevoerde rechtszaken.

 

Verstrikt

In het voorjaar 2008 kwam de eerste aanslag. Over de drie jaren ervoor werd een aanvullende ‘gemeentebelasting’ zes tot negen procent opgeëist. Daarna kwamen de naheffingen voor de inkomstenbelasting en dubbele heffingen over erfenissen.

Ondanks alle aanslagen en naheffingen, mogen Nederlanders in België niet klagen. Volgens belastingadviseur Peter van Limpt zijn Nederlanders bij onze Zuiderburen netto altijd nog goedkoper uit. ‘Mits ze niet te veel verstrikt raken in bureaucratische regeltjes.’