Mogelijk variabele bijtelling bestelauto’s

De fiscus begint begin volgend jaar een proef met verschillende tariefgroepen voor de bijtelling voor het privégebruik van bestelauto’s, speciale kastjes in de auto houden het gebruik bij. Wie privé veel rijdt in zijn bestelauto gaat dan meer belasting betalen, wie de bestelwagen nauwelijks privé gebruikt, hoeft minder te betalen.

De fiscus begint begin volgend jaar een proef met verschillende tariefgroepen voor de bijtelling voor het privégebruik van bestelauto’s, speciale kastjes in de auto houden het gebruik bij. Wie privé veel rijdt in zijn bestelauto gaat dan meer belasting betalen, wie de bestelwagen nauwelijks privé gebruikt, hoeft minder te betalen. 

Privégebruik bestelauto

Nu is de bijtelling voor privégebruik van de bestelauto 25 procent. Wellicht komen er in de toekomst drie of vier tariefgroepen. Met de invoering van de kastjes kan de omstreden rittenregistratie mogelijk gestopt worden. Die levert de eigenaren van bestelautos veel administratieve rompslomp op en vormt ook extra werk voor de Belastingdienst.

Bijtelling

In de nieuwe plannen wordt meer betaald overeenkomstig het privégebruik. Nu is het zo dat wie weinig privé rijdt toch 25 procent bijtelling betaalt, evenveel als iemand die de bestelauto heel veel privé gebruikt.

2013

Vanaf 1 januari 2013 wil de fiscus met speciale kastjes in de auto bijhouden hoe vaak de eigenaar de auto voor een privérit pakt.

Geen bijtelling

Per 1 januari 2012 wordt voor bestelauto’s de verklaring uitsluitend zakelijk gebruik bestelauto ingevoerd. Een ondernemer, een particulier met resultaat uit overige werkzaamheden of een werknemer kan daarmee verklaren, dat hij met de bestelauto van de zaak geen enkele kilometer privé rijdt.

Voor vragen over bovenstaande, neem contact op met VRS Consultancy.

 

Rittenregistratie voor bestelauto afgeschaft

De rittenregistratie voor bestelauto’s wordt afgeschaft. Dat schrijft staatssecretaris van Financiën Weekers in antwoord op Kamervragen. In juni komt de staatssecretaris met voorstellen voor een alternatieve regeling, zonder rittenregistratie

De rittenregistratie voor bestelauto’s wordt afgeschaft. Dat schrijft staatssecretaris van Financiën Weekers in antwoord op Kamervragen. In juni komt de staatssecretaris met voorstellen voor een alternatieve regeling, zonder rittenregistratie.

Aanleiding voor de Kamervragen waren publicaties in onder meer De Telegraaf en Het Financieele Dagblad over de ergernis bij vooral kleinere bedrijven over het door werknemers moeten bijhouden van een rittenadministratie om geen bijtelling te krijgen voor privégebruik van een bestelauto.

 Wanneer geen toepassing rittenregistratie?

Staatssecretaris Weekers geeft aan dat er al een aantal mogelijkheden zijn om de rittenregistratie niet toe te hoeven passen.

     

  • Als de bestelauto door aard of inrichting (nagenoeg) uitsluitend geschikt is voor het vervoer van goederen of er geldt een verbod voor werknemers om privé gebruik te maken van de bestelauto dan wel er sprake is van een bestelauto die buiten werktijd niet gebruikt kan worden, is er geen sprake van bijtelling en hoeft er ook geen rittenregistratie te worden bijgehouden.
  •  

  • Er hoeft ook geen rittenregistratie te worden bijgehouden bij afkoop vanwege doorlopend afwisselend gebruik door verschillende werknemers.
  •  

Autobrief

Deze bijzondere regelingen voor de bestelauto’s bieden niet altijd voldoende soelaas. Weekers gaat dan ook ook de mogelijkheden onderzoeken om te komen tot een regeling voor bestelauto’s waarin een rittenregistratie niet langer noodzakelijk is. Het gaat dan met name om de werknemers die hun bestelauto voor minder dan 500 kilometer privé per jaar gebruiken, maar geen gebruik (kunnen) maken van voornoemde bijzondere regelingen.

Daarbij kijkt de staatssecretaris ook naar de bijtelling voor de bestelauto van de ZZP-er.

In de zogenoemde autobrief die Weekers begin juni aan de Kamer stuurt, legt Weekers een of meer alternatieve regelingen zonder rittenregistratie voor.

NN lanceert verzekering voor bestelauto’s van zzp’ers

Nationale-Nederlanden introduceert een nieuwe bestelautoverzekering voor zzp’ers.

Nationale-Nederlanden introduceert een nieuwe bestelautoverzekering voor zzp’ers.

De polis is los te sluiten, maar wie de verzekering sluit binnen de ZekerheidsCombinatie voor zzp’ers, ontvangt een premiekorting die kan oplopen tot maximaal 30%. Dat is geen actietarief, maar een blijvende korting die tot stand komt doordat drie opeenvolgende bonus-malustreden worden overgeslagen en alle voorgaande schadevrije jaren mogen worden meegenomen.

De kortingsregeling geldt voor alle dekkingsvarianten: WA, WA-extra en WA-casco. Aan de WA-cascovariant is een nieuwwaarderegeling toegevoegd. “Doel van deze introductie is om de combinatie van ons zzp-pakket met een bestelautoverzekering aantrekkelijker te maken voor die groep ondernemers die nog steeds het snelste groeit”, aldus Angela Lijmbach, manager Productmarketing Schadeverzekeringen. “Immers, het overgrote deel van de verzekerde zzp’ers ‘werkend met gereedschap’ rijdt in een bestelauto.”

Nationale-Nederlanden voorziet een toename van nieuwe bestelauto’s, onder andere door de onlangs door de overheid geïntroduceerde sloopregeling.

Bestelauto bleek geen bestelauto

Wanneer een auto niet voldoet aan de eisen voor toepassing van het bestelautotarief, is een naheffingsaanslag gegrond, ondanks ‘goede trouw’ van de eigenaar. De geringe verwijtbaarheid van de eigenaar geeft wel aanleiding de opgelegde boete te matigen.

Wanneer een auto niet voldoet aan de eisen voor toepassing van het bestelautotarief, is een naheffingsaanslag gegrond, ondanks ‘goede trouw’ van de eigenaar. De geringe verwijtbaarheid van de eigenaar geeft wel aanleiding de opgelegde boete te matigen.

Casus
Een man heeft over het tijdvak 2 januari 2007 tot en met 3 november 2007 motorrijtuigenbelasting voor zijn auto voldaan naar het bestelautotarief.
Bij een controle is geconstateerd dat de auto niet voldeed aan de eisen van artikel 3 van de Wet op de motorrijtuigenbelasting 1994 (de Wet). De auto heeft namelijk een overkapping met aan beide zijden ramen, een cabine van 110 cm hoog die is voorzien van een achter de bestuurder in de rijrichting geplaatste bank, alsmede een laadruimte die niet (meer dan) tweemaal de lengte van de cabine heeft.
Aan de man is daarom een naheffingsaanslag (op basis van het verschil tussen het bestelautotarief en het volgens de inspecteur verschuldigde personenautotarief) en een verzuimboete opgelegd.
Geschil
Het gaat in deze zaak om de vraag of de naheffingsaanslag terecht is opgelegd. Ook is in geschil of de boete terecht en tot het juiste bedrag is opgelegd.
De man vindt van niet. Hij voert aan dat de auto, toen hij deze (tweedehands) aanschafte, al een grijs kenteken had en dat hij zelf geen veranderingen aan de auto heeft aangebracht. Hij is van mening dat hij er daarom op mocht vertrouwen dat de auto voor het bestelautotarief in aanmerking kwam. Hij heeft de auto bovendien ook altijd als bedrijfsauto gebruikt.
De inspecteur stelt zich op het standpunt dat de inrichting van de auto beslissend is voor de vraag welk tarief van toepassing is. Nu de auto is ingericht als personenauto, moest motorrijtuigenbelasting naar het personenautotarief worden betaald.
Beoordeling
De rechtbank stelt voorop dat de motorrijtuigenbelasting een aangiftebelasting is. Daaruit vloeit voort dat de man als houder van het motorrijtuig verantwoordelijk is voor een juiste aangifte en betaling van het juiste bedrag aan belasting.
Vaststaat dat de auto ten tijde van de controle niet voldeed aan de voorwaarden voor toepassing van het bestelautotarief.
De door de man aangevoerde omstandigheden – de onjuiste indeling in het kentekenregister en het feit dat de garagehouder de auto als bestelauto heeft verkocht – brengen naar het oordeel van de rechtbank niet met zich mee dat hij erop mocht vertrouwen dat toch het bestelautotarief van toepassing is.
De rechtbank overweegt dat de toepassing van het (hogere) tarief voor personenauto’s rechtstreeks uit de Wet voortvloeit. Of de man enig verwijt kan worden gemaakt, speelt daarbij geen rol. Evenmin is van belang is dat de man de auto uitsluitend voor de uitoefening van zijn bedrijf heeft gebruikt.
De rechtbank ziet in de door de man aangevoerde omstandigheden wel aanleiding om de opgelegde boete te matigen. Er is naar het oordeel van de rechtbank sprake van een geringe mate van verwijtbaarheid.
Beslissing
De rechtbank handhaaft de naheffingsaanslag en vermindert de boete.

Bron: Rechtbank ’s-Gravenhage, AWB 08/895 MRB >>

© Jurisprudentie Salarisnet

Versoepeling technische inrichtingseisen voor bestelauto’s

Staatssecretaris De Jager van Financiën heeft onlangs een besluit uitgebracht met enige versoepelingen in de technische inrichtingseisen voor bestelauto’s. Het betreft eisen die betrekking hebben op de vaste wand tussen de bestuurderscabine en de laadruimte.

Staatssecretaris De Jager van Financiën heeft onlangs een besluit uitgebracht met enige versoepelingen in de technische inrichtingseisen voor bestelauto’s. Het betreft eisen die betrekking hebben op de vaste wand tussen de bestuurderscabine en de laadruimte. Zo wordt het gebruik van popnagels als bevestigingsmateriaal toegestaan, hoeft de wand niet meer aan de bovenzijde te worden vastgezet en hoeft de wand niet overal aan de carrosserie aan te sluiten. Door deze wijzigingen wordt het voor fabrikanten en importeurs eenvoudiger een bestelauto aan te passen aan de Nederlandse fiscale bepalingen. Het besluit zal op 1 juni 2009 in werking treden.

Volledig bericht
Het rijden in een bestelauto is voor ondernemers (in de zin van de Wet op de omzetbelasting) goedkoper en fiscaal voordeliger dan het rijden in een personenauto. Een bestelauto die voor de onderneming wordt gebruikt, is namelijk vrijgesteld voor de belasting van personenauto’s en motorrijwielen (bpm). Dat scheelt 40% van de netto catalogusprijs (catalogusprijs verminderd met omzetbelasting) minus een drempel van € 1.288 (jaar 2009). Voor auto’s met een compressieontsteking bedraagt de besparing 40% plus € 366 (jaar 2009). Verder geldt voor een bestelauto van een ondernemer in het algemeen een lager tarief voor de motorrijtuigenbelasting en bestaat binnen daartoe gestelde grenzen recht op de investeringsaftrek bij aanschaf van een bestelauto.

Voor bestelauto’s gelden bepaalde voorwaarden met betrekking tot de afmetingen en inrichting van de laadruimte. Als een auto aan deze voorwaarden voldoet, is geen sprake van een personenauto. In dat geval hebben voor de omzetbelasting geregistreerde ondernemers recht op een vrijstelling van bpm.

Staatssecretaris De Jager van Financiën heeft onlangs een besluit uitgebracht met enige versoepelingen in de technische inrichtingseisen voor bestelauto’s. Het betreft eisen die betrekking hebben op de vaste wand tussen de bestuurderscabine en de laadruimte. Zo wordt het gebruik van popnagels als bevestigingsmateriaal toegestaan, hoeft de wand niet meer aan de bovenzijde te worden vastgezet en hoeft de wand niet overal aan de carrosserie aan te sluiten. Door deze wijzigingen wordt het voor fabrikanten en importeurs eenvoudiger een bestelauto aan te passen aan de Nederlandse fiscale bepalingen. Het besluit zal op 1 juni 2009 in werking treden.

Bron: Ministerie van Financiën, 12-5-2009, nr. CPP2009/764M (gepubliceerd 27-5-2009).