Mkb wil af van verplicht loon

Steeds meer bv’s raken in de problemen omdat zij volgens de fiscale regels verplicht zijn de directeur-grootaandeelhouder (dga) loon uit te betalen

Steeds meer bv’s raken in de problemen omdat zij volgens de fiscale regels verplicht zijn de directeur-grootaandeelhouder (dga) loon uit te betalen.

Volgens organisaties in het midden- en kleinbedrijf worden de ruim 200.000 dga’s die Nederland telt, gedwongen een steeds groter deel van de slinkende winst van hun bv als loon op te nemen. Daardoor blijft er minder financiële ruimte over voor bedrijfsactiviteiten en investeringen.

Brandbrief
Zelfs als er verlies wordt geleden, blijft een bv volgens de fiscale regelgeving verplicht de dga jaarlijks tienduizenden euro’s loon uit te betalen. De Nederlandse Orde van Administratie- en Belastingdeskundigen (NOAB) heeft samen met MKB-Nederland een brandbrief gestuurd aan staatssecretaris Jan Kees de Jager van fiscale zaken. Zij eisen dat hij de fiscale dga-regels uit 1997 versoepelt, gezien de slechte economische situatie.

Inkomstenbelasting
Een dga is onder de huidige regels verplicht minimaal euro 40.000 per jaar aan loon aan de bv te onttrekken. Daarover moet inkomstenbelasting worden betaald. In de praktijk ligt dat bedrag vaak flink hoger omdat de dga minstens het loon moet worden toegekend van de bestbetaalde werknemer in zijn bv.

Versoepeling technische inrichtingseisen voor bestelauto’s

Staatssecretaris De Jager van Financiën heeft onlangs een besluit uitgebracht met enige versoepelingen in de technische inrichtingseisen voor bestelauto’s. Het betreft eisen die betrekking hebben op de vaste wand tussen de bestuurderscabine en de laadruimte.

Staatssecretaris De Jager van Financiën heeft onlangs een besluit uitgebracht met enige versoepelingen in de technische inrichtingseisen voor bestelauto’s. Het betreft eisen die betrekking hebben op de vaste wand tussen de bestuurderscabine en de laadruimte. Zo wordt het gebruik van popnagels als bevestigingsmateriaal toegestaan, hoeft de wand niet meer aan de bovenzijde te worden vastgezet en hoeft de wand niet overal aan de carrosserie aan te sluiten. Door deze wijzigingen wordt het voor fabrikanten en importeurs eenvoudiger een bestelauto aan te passen aan de Nederlandse fiscale bepalingen. Het besluit zal op 1 juni 2009 in werking treden.

Volledig bericht
Het rijden in een bestelauto is voor ondernemers (in de zin van de Wet op de omzetbelasting) goedkoper en fiscaal voordeliger dan het rijden in een personenauto. Een bestelauto die voor de onderneming wordt gebruikt, is namelijk vrijgesteld voor de belasting van personenauto’s en motorrijwielen (bpm). Dat scheelt 40% van de netto catalogusprijs (catalogusprijs verminderd met omzetbelasting) minus een drempel van € 1.288 (jaar 2009). Voor auto’s met een compressieontsteking bedraagt de besparing 40% plus € 366 (jaar 2009). Verder geldt voor een bestelauto van een ondernemer in het algemeen een lager tarief voor de motorrijtuigenbelasting en bestaat binnen daartoe gestelde grenzen recht op de investeringsaftrek bij aanschaf van een bestelauto.

Voor bestelauto’s gelden bepaalde voorwaarden met betrekking tot de afmetingen en inrichting van de laadruimte. Als een auto aan deze voorwaarden voldoet, is geen sprake van een personenauto. In dat geval hebben voor de omzetbelasting geregistreerde ondernemers recht op een vrijstelling van bpm.

Staatssecretaris De Jager van Financiën heeft onlangs een besluit uitgebracht met enige versoepelingen in de technische inrichtingseisen voor bestelauto’s. Het betreft eisen die betrekking hebben op de vaste wand tussen de bestuurderscabine en de laadruimte. Zo wordt het gebruik van popnagels als bevestigingsmateriaal toegestaan, hoeft de wand niet meer aan de bovenzijde te worden vastgezet en hoeft de wand niet overal aan de carrosserie aan te sluiten. Door deze wijzigingen wordt het voor fabrikanten en importeurs eenvoudiger een bestelauto aan te passen aan de Nederlandse fiscale bepalingen. Het besluit zal op 1 juni 2009 in werking treden.

Bron: Ministerie van Financiën, 12-5-2009, nr. CPP2009/764M (gepubliceerd 27-5-2009).

Diverse verbeteringen en vereenvoudigingen voor dga’s in de maak

Staatssecretaris De Jager van Financiën heeft onlangs de beloofde notitie Fiscale positie directeur-grootaandeelhouder (hierna dga) uitgebracht. Daarin is hij ingegaan op diverse in de praktijk gevoelde fiscale knelpunten. Een aantal daarvan wil hij al op korte termijn opgelost hebben.

 

Volledig bericht

Staatssecretaris De Jager van Financiën heeft onlangs de beloofde notitie Fiscale positie directeur-grootaandeelhouder (hierna dga) uitgebracht. Daarin is hij ingegaan op diverse in de praktijk gevoelde fiscale knelpunten. Een aantal daarvan wil hij al op korte termijn opgelost hebben en geeft daarbij alvast mogelijke oplossingen aan. De definitieve vormgeving van de oplossingen volgt op redelijk korte termijn: bij het indienen van het wetsvoorstel Belastingplan 2010.

  1. Doorschuiffaciliteit bij schenking aanmerkelijkbelangaandelen
    In de inkomstenbelasting komt voor het schenken van aanmerkelijkbelangaandelen (hierna: ab-aandelen) een doorschuiffaciliteit (m.b.t. de verkrijgingsprijs) voor zover de bv een materiële onderneming drijft. Dit om te voorkomen dat de belastingclaim bij overdracht een bemoeilijking vormt voor de bedrijfsopvolging. Op deze wijze ontstaat voor de inkomstenbelasting een meer gelijke fiscale behandeling tussen schenken en vererven van ab-aandelen.
    De doorschuiffaciliteit bij vererven wordt dan echter ingeperkt en zal eveneens slechts gelden voor zover de bv een materiële onderneming drijft. Hierbij zal een overgangsregeling worden getroffen.
  2. Uitstelfaciliteit bij overdracht van ab-aandelen
    De uitstelfaciliteit (in de Invorderingswet) voor de verschuldigde inkomstenbelasting bij overdracht van ab-aandelen aan een verkrijger binnen de familiekring door schenking of schuldig blijven van de overdrachtsprijs wordt op twee onderdelen gewijzigd. a. De beperking tot de familiekring komt te vervallen. b. De uitstelfaciliteit wordt beperkt tot situaties van overdracht van ab-aandelen tegen het schuldig blijven van de overdrachtsprijs.
  3. Verzachtingen terbeschikkingstellingsregeling
    Voor de terbeschikkingstellingsregeling (hierna tbs-regeling) noemt de staatssecretaris enkele verzachtingen. Zo stelt hij voor dat het voor een periode van een jaar mogelijk wordt dat eenmalig een ter beschikking gesteld pand kan worden ingebracht in de ‘eigen’ bv zonder heffing van inkomstenbelasting (door middel van doorschuiving van de boekwaarde) en zonder de heffing van overdrachtsbelasting. Daarbij zullen als voorwaarden gelden dat de inbreng geschiedt tegen aandelen en de inbrenger minimaal 90% van de aandelen van de bv heeft en houdt.
     
    Verder wil de staatssecretaris een tegemoetkoming voor de terbeschikkingsteller gaan bieden in de vorm van een faciliteit soortgelijk aan de mkb-winstvrijstelling. Wat betreft de ondernemingsfaciliteiten in de relatie tot de tbs-regeling stelt hij voor om de herinvesteringsreserve en de kostenegalisatiereserve ook voor de tbs-regeling te laten gelden. Ten slotte zal de faciliteit voor uitstel van betaling voor de tbs-regeling worden versoepeld door het vereiste dat de belastingschuldige over onvoldoende middelen beschikt om de belasting te voldoen, de zogenaamde vermogenstoets, te laten vervallen.
  4. Gebruikelijkloonregeling niet van toepassing bij gebruikelijk loon lager dan € 5000
    Binnen de sfeer van de loonbelasting stelt de staatssecretaris voor dat de gebruikelijkloonregeling niet van toepassing is als het gebruikelijk loon niet hoger is dan € 5.000 per jaar.
  5. Uniformering van begrippen dga en aanmerkelijkbelanghouder
    In de (belasting)wetten, de Pensioenwet en de wetgeving betreffende werknemersverzekeringen  bestaan verschillende definities van een directeur-grootaandeelhouder en aanmerkelijkbelanghouder. Er wordt naar gekeken in hoeverre deze definities te uniformeren zijn. De staatssecretaris geeft aan dat binnen het kabinet wordt overwogen om ook bij het dga-begrip voor de werknemersverzekeringen uit te gaan van een toets aan een percentage van het geplaatste aandelenkapitaal (en niet meer de houder van ten minste de helft van de stemrechten in de algemene vergadering van aandeelhouders) Wellicht geldt dan hetzelfde criterium als voor de Pensioenwet (kort gezegd: ten minste 10% van het geplaatste aandelenkapitaal). Een gevolg van een dergelijke wijziging is dat sommige directeuren/aandeelhouders niet langer onder de werknemersverzekeringen vallen. In voorkomende gevallen kunnen dat voor dga’s ingrijpende gevolgen inhouden. Vanwege het huidige gure economische klimaat lijkt het kabinet beter om deze wijziging van het begrip dga voor de werknemersverzekeringen pas op een later moment door te voeren, bijvoorbeeld in 2011.

De staatssecretaris geeft aan dat de onder 1 tot en met 4 genoemde voorstellen zullen worden opgenomen in het Belastingplan 2010 en dat het de bedoeling is dat deze op 1 januari 2010 in werking treden.
 
Bron: Ministerie van Financiën, 6-5-2009, DGB 2009/210U

Gouden toekomst voor belastingadviseur

De Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (OESO) heeft bekendgemaakt dat geen enkel land nog op de ‘zwarte lijst’ van de OESO staat. Hiermee komt er een einde aan belastingontduiking, maar niet aan belastingontwijking.

De Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (OESO) heeft bekendgemaakt dat geen enkel land nog op de ‘zwarte lijst’ van de OESO staat. Hiermee komt er een einde aan belastingontduiking, maar niet aan belastingontwijking.

 

Op de OESO lijst stonden landen die onvoldoende meewerkten aan de uitwisseling van fiscale informatie. Nu alle landen die op de zwarte lijst stonden hebben toegezegd de OESO-standaard voor uitwisseling van fiscale informatie in te voeren, is het einde van het bankgeheim in zicht volgens het Haags Juristen College, dat is gespecialiseerd in belastingontwijking voor ondernemers.
 
Misvatting
Hoewel het recht op financiele privacy sterk uitgehold is, lijkt ten onrechte het beeld te ontstaan dat hiermee ook een einde gaat komen aan de mogelijkheden om belasting te ontwijken door gebruik te maken van belastingparadijzen. Dit is een misvatting, die lijkt te worden veroorzaakt doordat velen zich niet bewust zijn van het onderscheid tussen belastingontduiking en belastingontwijking.

Belastingontduiking
Belastingontduiking betekent belasting besparen door de wet te overtreden, bijvoorbeeld door inkomsten te verzwijgen en dit zwarte geld in een land met een bankgeheim te verbergen. Het uithollen van het bankgeheim maakt belastingontduiking inderdaad minder aantrekkelijk. Het succes van deze strategie hangt volledig af van de pakkans, die nu groter zal worden. De belastingontduiker is dus duidelijk slechter af door de ontwikkelingen van de laatste weken.

Belastingontwijking
Belastingontwijking betekent belasting besparen door gebruik te maken van wettelijke mogelijkheden, bijvoorbeeld door rechtspersonen te vestigen in een land met een beter fiscaal klimaat. Voor wie belasting ontwijkt maakt de uitholling van het recht op financiele privacy weinig uit, omdat zijn fiscale oplossing niet gebaseerd is op geheimhouding. Daarom is het voor de belastingontwijker geen probleem als de fiscus alle feiten boven tafel weet te krijgen.

Belastingparadijs
De ontstane misvatting wordt mede veroorzaakt doordat het begrip belastingparadijs vaak ten onrechte wordt gebruikt om landen met een bankgeheim aan te duiden. Veel belastingparadijzen, waaronder Nederland, hebben geen bankgeheim, en veel landen met een bankgeheim zijn geen belastingparadijs. Doordat veel media en politici hun succesvolle strijd tegen het bankgeheim beschrijven als het “aanpakken van belastingparadijzen”, ontstaat de indruk dat belastingparadijzen ten dode zijn opgeschreven, en daarmee dus ook het ontwijken van belasting via structuren in belastingparadijzen.

“Unfair tax competition”
Aangezien de internationale druk die wordt uitgeoefend door de OESO en haar lidstaten zich richt op het bevorderen van de uitwisseling van fiscale informatie, en niet meer op de lage belastingtarieven die sommige landen hanteren, is deze indruk onterecht. De OESO probeerde weliswaar rond de eeuwwisseling om een vuist te maken tegen zogenaamde “unfair tax competition” door landen met lage belastingen, maar staakte deze poging toen bleek dat hier onvoldoende draagvlak voor was. Te veel mensen bleken te vinden dat ieder land het recht heeft zijn eigen belastingtarieven te bepalen, en dus ook lage tarieven vast te stellen.

Gouden toekomst
Aangezien de uitholling van het bankgeheim belastingontduiking minder aantrekkelijk maakt, wordt belastingontwijking juist aantrekkelijker. Daarvan zullen belastingparadijzen profiteren, alsmede de trustkantoren, belastingadviseurs, accountants, bankiers, advocaten en notarissen die hun brood verdienen met het verlenen van diensten aan belastingontwijkers. Daarom gaan deze beroepsgroepen, zowel binnen als buiten belastingparadijzen, een gouden toekomst tegemoet.
 

Bron: ANP

Fiscaal stimuleringspakket ter bestreiding crisis

Staatssecretaris De Jager van Financiën heeft het fiscale stimuleringspakket naar de Tweede Kamer gestuurd.

In dit pakket zijn fiscale maatregelen opgenomen die onderdeel zijn van het crisispakket van het kabinet

Staatssecretaris De Jager van Financiën heeft het fiscale stimuleringspakket naar de Tweede Kamer gestuurd.

 

In dit pakket zijn fiscale maatregelen opgenomen die onderdeel zijn van het crisispakket van het kabinet.
Het gaat om een drietal maatregelen die op korte termijn en deels met terugwerkende kracht in werking moeten treden:
• het intensiveren van de faciliteiten voor speur- en ontwikkelingswerk,
• het toepassen van de energie-investeringsaftrek voor energiebesparing in huurwoningen
• het verlagen van de tarieven in de vliegbelasting naar nul. 
Verdere maatregelen
Naast deze drie maatregelen maken nog meer fiscale maatregelen onderdeel uit van het crisispakket van het kabinet. Die maatregelen worden in een beleidsbesluit opgenomen of op een later moment bij de Tweede Kamer ingediend. Een overzicht van alle fiscale maatregelen is opgenomen in het dossier fiscale maatregelen economische crisis.
Staatssecretaris De Jager over de maatregelen: “We helpen ondernemers in 2009 en 2010 met dit pakket ter waarde van 1,1 miljard euro. De maatregelen zijn voornamelijk gericht op het creëren van liquiditeit voor het bedrijfsleven, in het bijzonder ook het mkb. Het is een belangrijk en vooral ook gericht pakket dat investeringen aanwakkert en innovatie de wind in de rug geeft.”

 

Bron: Ministerie van Financiën