Meeste werknemers houden meer over

De meeste Nederlandse werknemers houden ondanks de economische crisis maandelijks een hoger nettobedrag over op hun loonstrookje. Werknemers met een modaal inkomen van ongeveer 2.500 euro bruto gaan er het meest op vooruit met 13,42 euro per maand. Dit voordeel neemt vanaf een inkomen van 2.500 tot 3.250 euro langzaam af tot 2,83 euro netto per maand.

De meeste Nederlandse werknemers houden ondanks de economische crisis maandelijks een hoger nettobedrag over op hun loonstrookje.Dat blijkt uit berekeningen van salarisverwerker ADP die maandelijks het loonstrookje van 1,4 miljoen Nederlanders verzorgt. Werknemers met een modaal inkomen van ongeveer 2.500 euro bruto gaan er het meest op vooruit met 13,42 euro per maand. Dit voordeel neemt vanaf een inkomen van 2.500 tot 3.250 euro langzaam af tot 2,83 euro netto per maand. Het vervallen van de spaarloonregeling heeft ook een behoorlijke invloed op het loonstrookje. Het maandelijkse spaarbedrag wordt nu bruto uitbetaald. Oudere werknemers krijgen sowieso te maken met een lager nettoloon dan vorig jaar. Dat heeft onder meer te maken met het wegvallen van de verhoogde arbeidskorting voor werknemers die 58 jaar of ouder zijn. Voor iemand van 59 jaar scheelt dat 8,59 euro netto per maand. Een werknemer van 63 verdient zelfs 50,33 euro minder per maand.

De jaarwisseling is een geschikt moment om van salarisadministrateur te wisselen. Kijk hier wat uw voordeel is als u deze uitbesteedt aan VRS Consultancy.

Tweede Kamer steunt wetsvoorstel uniform loonbegrip

Minder administratieve lasten en een begrijpelijker loonstrookje. Dat wil staatssecretaris Weekers van Financiën bereiken door een uniform loonbegrip in te voeren. De Tweede Kamer steunt in overgrote meerderheid zijn voorstel. De Kamer stemt op 12 april over het wetsvoorstel en over de moties die bij dit debat zijn ingediend.

Minder administratieve lasten en een begrijpelijker loonstrookje. Dat wil staatssecretaris Weekers van Financiën bereiken door een uniform loonbegrip in te voeren. De Tweede Kamer steunt in overgrote meerderheid zijn voorstel. De Kamer stemt op 12 april over het wetsvoorstel en over de moties die bij dit debat zijn ingediend.

Weekers wil met een uniform loonbegrip ervoor zorgen dat er nog maar één grondslag is voor toepassing van alle loonheffingen. Dat scheelt het bedrijfsleven veel geld.

Een ‘praktisch voorstel’, oordeelt VVD-woordvoerster Neppérus. Van Vliet (PVV) complimenteert de staatssecretaris met dit ‘goede voorstel’. ‘Pure winst’, zegt Groot (PvdA). Omtzigt (CDA): ‘Goed dat er nu eindelijk lastige knopen zijn doorgehakt.’.

Koopkrachteffecten

Lastenverlichting voor het bedrijfsleven? Dat klinkt mooi, maar volgens Bashir (SP) en Braakhuis (GroenLinks) gaan sociale minima met kinderen er als gevolg van het voorstel op achteruit. Staatssecretaris Weekers belooft dat hij de koopkrachteffecten van zijn voorstel nog zal bezien voordat het van kracht wordt. Dat werkgevers als gevolg van het voorstel minder gemakkelijk mensen uit kwetsbare groepen in dienst nemen, zoals Braakhuis betoogt, ontkent de staatssecretaris. Hij verwijst hiervoor naar een CPB-onderzoek op dit punt.

Inwerkingtreding

Om samenloop met invoering van het nieuwe toeslagensysteem bij de Belastingdienst te voorkomen, gaat het voorstel van staatssecretaris Weekers pas op 1 januari 2013 in. Een verstandige keuze, vinden Neppérus, Omtzigt en Groot. Van Vliet vraagt of de staatssecretaris kan toezeggen dat het uniforme loonbegrip dan echt wordt ingevoerd. De staatssecretaris belooft dat hij daarvoor zijn uiterste best zal doen.

Bron:

Tweede Kamer.nl

 
 

Loonsomheffing binnen handbereik

De overstap naar een loonsomheffing is mogelijk, concludeert Frank Werger in zijn proefschrift Loonsomheffing. De voorgestelde loonsomheffing van Werger leidt voor werkgevers tot een eenvoudiger en daarmee goedkoper uitvoerbare loonadministratie. Werknemers krijgen door de loonsomheffing een eenvoudiger en begrijpelijker loonstrookje.

De overstap naar een loonsomheffing is mogelijk, concludeert Frank Werger in zijn proefschrift Loonsomheffing. De voorgestelde loonsomheffing van Werger leidt voor werkgevers tot een eenvoudiger en daarmee goedkoper uitvoerbare loonadministratie. Werknemers krijgen door de loonsomheffing een eenvoudiger en begrijpelijker loonstrookje.

LoonsomheffingWerger onderzocht of de huidige heffingen op het loon (loonbelasting, premies volks- en werknemersverzekeringen en de inkomensafhankelijke bijdrage Zvw) kunnen worden vervangen door een loonsomheffing. Deze loonsomheffing wordt deels van de werkgever en deels van de werknemer geheven.

 Opdrachtnemer

Hierbij geldt als uitgangspunt dat elke opdrachtnemer – die niet als ondernemer in de zin van de inkomstenbelasting werkzaam is – als werknemer in de zin van de loonsomheffing wordt aangemerkt. Wel stelt Werger voor om een beperkte mogelijkheid tot opting out voor nevenwerkzaamheden in te voeren. Daarop is de loonsomheffing dan niet van toepassing.

Uniform loonbegrip

De voorgestelde loonsomheffing gaat verder uit van een uniform loonbegrip, waarbij geen (premie) maxima, franchises of heffingskortingen worden gehanteerd. De huidige verschillen in heffingsgrondslagen worden daarmee opgelost en de fijnmazige tariefstructuur wordt vervangen door een simpel proportioneel tarief.

Werger is verbonden aan het Fiscaal Economisch Instituut (FEI) van de Erasmus Universiteit te Rotterdam. Daarnaast is hij als loonheffingenspecialist verbonden aan PwC. Hij promoveert op 17 maart aan de Erasmus Universiteit Rotterdam.