Forse naheffingen voor malafide uitzendbureaus

De Belastingdienst heeft in 2010 voor meer dan € 24 miljoen aan naheffing en boetes opgelegd aan malafide uitzendbureaus. Het ging daarbij vooral om het opgeven van lagere omzetten en onvolledige afdracht van loonbelasting en premies.

De Belastingdienst heeft in 2010 voor meer dan € 24 miljoen aan naheffing en boetes opgelegd aan malafide uitzendbureaus. Het ging daarbij vooral om het opgeven van lagere omzetten en onvolledige afdracht van loonbelasting en premies.

Na een selectie vooraf zijn 1656 ondernemers onderzocht, zowel uitzendbureaus als inleenbedrijven. Daarbij is vooral gekeken naar bedrijven die een verhoogde kans maakten om in de fout te gaan. Het gaat om een landelijke aanpak waarbij  wordt samengewerkt door de verschillende belastingregio’s en o.a. de Arbeidsinspectie.

Er lopen diverse trajecten in Nederland waarbij de uitzendbranche wordt uitgelicht. In deze branche zijn verschillende malafide ondernemingen actief die zowel op fiscaal gebied als het vlak van werk- en leefomstandigheden het niet zo nauw nemen met de voorschriften. In het ergste geval mondt dit uit in uitbuiting en ontduiking van belasting en premies. Staatssecretaris Weekers: “De Belastingdienst zet de onderzoeken naar malafide uitzendbureaus in de branche ook dit jaar voort. De meeste bedrijven voldoen netjes aan hun fiscale verplichtingen, zij moeten er op kunnen rekenen dat uitwassen hard worden aangepakt.”

De Belastingdienst werkte o.a. samen met de Arbeidsinspectie, om deze malafide ondernemingen op te sporen, te controleren en bij onregelmatigheden te beboeten. Betreffende ondernemers hebben naheffingen ontvangen en zijn fiscaal beboet of worden strafrechtelijk vervolgd. In 2010 heeft dit geleid tot een totale naheffing van meer dan € 24 miljoen, inclusief boetes.

Ook inleenbedrijven worden onderzocht. Bedrijven die gebruik maken van uitzendorganisaties kunnen door de Belastingdienst aansprakelijk worden gesteld als de uitzendorganisatie niet aan zijn fiscale verplichtingen voldoet. Inleners kunnen een aantal maatregelen nemen om het aansprakelijkheidsrisico te beperken. Daarnaast moeten inleenbedrijven zichzelf overtuigen dat de uitzendorganisatie op een goede wijze omgaat met zijn medewerkers. Medewerkers kunnen bijvoorbeeld de inlener aansprakelijk stellen als zij minder betaald krijgen dan het minimumloon.

Een groot deel van de uitzendbedrijven zijn bonafide ondernemers. De Belastingdienst heeft aansluiting gezocht bij de zelfregulering die de uitzendbureaus al zelf in gang hebben gezet. Op 14 december 2010 is in het kader van Horizontaal Toezicht een convenant afgesloten met de drie belangrijkste brancheorganisaties in de uitzendbranche, ABU, NBBU en VIA.

Verwerking teruggaaf bijdrage ZVW en premies

Teruggave van te veel betaalde premies ZVW en werknemersverzekeringen vergen nogal wat handelingen in de loonadministratie. Dit besluit vereenvoudigt de administratieve verwerking.

Teruggave van te veel betaalde premies ZVW en werknemersverzekeringen vergen nogal wat handelingen in de loonadministratie. Dit besluit vereenvoudigt de administratieve verwerking.

 

De werkgever houdt de inkomensafhankelijke bijdrage Zorgverzekeringswet (hierna: bijdrage Zvw) en het werknemersdeel van de premies werknemersverzekeringen in op het loon van de werknemer en draagt deze af. Voor de bijdrage Zvw en de premies werknemersverzekeringen gelden maximumbedragen.

Als een werknemer meer dan een dienstbetrekking heeft, kan het voorkomen dat in totaal meer dan die maximumbedragen wordt ingehouden en afgedragen. De Belastingdienst betaalt teveel betaalde bedragen dan terug na afloop van het kalenderjaar (zie de paragrafen 5.6 en 6.3 van het Handboek loonheffingen).

Deze teruggaven vergen nogal wat handelingen in de loonadministratie. De teruggaaf kan zo laag zijn dat de administratieve last van de werkgever niet in verhouding staat tot het voordeel van de werknemer.

Zoals aangekondigd in de brief van 18 januari 2008 aan de Tweede Kamer is in onderzoek of een doelmatigheidsgrens kan worden ingevoerd. Staatssecretaris De Jager van Financiën heeft voor deze teruggaven 2006 en 2007 een eenvoudige regeling getroffen.

Voor 2007 is deze neergelegd in het beleidsbesluit van 30 juni 2008, nr. CPP2008/1230, Stcrt. nr.124. In dit beleidsbesluit geeft hij een gelijke regeling voor de teruggaven 2008 om tegemoet te komen aan de administratieve laten van de werkgever.

Bron en meer informatie: Ministerie van Financiën