Zelfstandigen snijden flink in tarieven

Zelfstandigen zien zich door de crisis gedwongen om flink te snijden in hun tarieven. De opdrachten zijn schaarser geworden en gemiddeld zijn de tarieven sinds vorig najaar met zo’n 10 tot 15 procent omlaag gegaan

Zelfstandigen zien zich door de crisis gedwongen om flink te snijden in hun tarieven. De opdrachten zijn schaarser geworden en gemiddeld zijn de tarieven sinds vorig najaar met zo’n 10 tot 15 procent omlaag gegaan.

Opdrachtbemiddelaar Myler brengt zelfstandigen zonder personeel en opdrachtgevers met elkaar in contact en onderzocht de tariefverlaging. ,,Een kwestie van marktwerking,” zegt Toon van Bodegom van Myler.nl. ,,Bedrijven besparen op de inhuur van flexibele krachten.”

Ook branche-organisatie ZZP Nederland komt tot deze conclusie. Oprichter Johan Marrink vreest dat niet iedereen een buffer voor slechte tijden heeft. ,,Met name de mensen die met hun handen werken niet.” Maar tegelijkertijd hebben ze er volgens Marrink ,,een hekel aan om bij de gemeente hun hand op te houden”.

De meesten slaan zich er wel doorheen, denkt directeur Linde Gonggrijp FNV Zelfstandigen. Volgens haar moet er inderdaad steviger onderhandeld worden voor een opdracht. De zzp’ers tonen zich volgens haar creatief en gaan efficiënter werken. ,,Ze doen bijvoorbeeld meer telefonisch, waardoor ze minder hoeven reizen.”

,,Een echte tariefsverlaging raden wij onze leden af. Want dan wordt het lastig om je tarief na de crisis weer te verhogen.”

‘UWV moet stoppen met achtervolgen zelfstandigen’

De Vereniging Platform Zelfstandige Ondernemers (PZO) vindt dat het UWV moet stoppen met de procedures vanwege vermeende uitkeringsfraude door zelfstandigen.

De Vereniging Platform Zelfstandige Ondernemers (PZO) vindt dat het UWV moet stoppen met de procedures vanwege vermeende uitkeringsfraude door zelfstandigen. Ook de Tweede Kamer pleitte vandaag in een debat met minister Donner bijna unaniem voor het tussentijds stoppen van deze fraudezaken en is voor een onafhankelijk onderzoek naar het UWV beleid.

Minister Donner wil echter voorlopig nog van geen wijken weten. De gedupeerden vinden de uitkomsten van het debat frustrerend. “Hoezo bevorderen van het starten vanuit een uitkering? Ik heb het gevoel dat mij een gifworst is voorgehouden!” Aldus een gedupeerd PZO lid.

Volstrekt onduidelijk
Enkele duizenden zelfstandigen die vanuit een uitkering startten als ondernemer worden door het UWV als ‘fraudeur’ aangemerkt omdat zij onterecht of teveel WW-uitkering zouden hebben ontvangen. Volgens PZO zijn deze zelfstandigen het slachtoffer geworden van volstrekt onduidelijke regelgeving en onvolledige voorlichting door het UWV.

Onmogelijke bewijslast
Het beleid van de afgelopen jaren was juist opgericht om starten vanuit een uitkering te bevorderen, maar veel zelfstandigen die van de regeling gebruikmaken voelen zich vreselijk genept. Gedupeerden zijn van mening altijd te goeder trouw te hebben gehandeld. Zij moeten nu bij de rechter aantonen dat het UWV hen niet goed heeft geïnformeerd. Een bijna onmogelijke bewijslast.

Uren
Kern van het probleem is dat de zelfstandige die vanuit een uitkering startte alle uren – declarabel en niet-declarabel – die aan de ondernemingsactiviteiten zijn besteed, moest opgeven aan het UWV. Deze uren kunnen volgens de ww-startersregeling niet worden gezien als uren waarover recht bestaat op uitkering. Veel zelfstandigen waren niet op de hoogte hiervan of zijn hierover door het UWV onjuist voorgelicht. Zij gaven aan het UWV alleen de inkomsten uit hun ondernemingsactiviteiten op en nu vordert het UWV de ‘onterecht’ uitgekeerde WW terug.

Aangifte
De teruggevorderde bedragen lopen uiteen van enkele duizenden euro’s per persoon tot soms wel meer dan 100.000 euro. Daarbij hanteert het UWV ook boetes die oplopen tot 2.000 euro. Wat in dit dossier nog extra steekt, is de wijze waarop het UWV met de betrokkenen communiceert. Zij worden zonder al te veel omhaal door het UWV meteen als fraudeur bestempeld en – afhankelijk van het terug te vorderen bedrag – doet het UWV meteen aangifte bij het Openbaar Ministerie.

Niet voldoende aanleiding
Het feit dat het UWV onduidelijke en onvolledige informatie heeft gegeven is voor de Minister geen voldoende aanleiding om nu in te grijpen in het beleid van het UWV. PZO vindt dat minister Donner hier niet zo makkelijk mee weg mag komen en hoopt dat er alsnog een positieve uitkomst voor de gedupeerden in het verschiet ligt. Ook de tweede kamerleden gaven aan nog niet akkoord te gaan, volgende week zal dit debat in de daarom vervolgd worden.

Bron: ANP

ZZPer vertegenwoordigd in poldermodel

Minister-president Balkenende vindt dat zelfstandigen zonder personeel (zzp’ers) een plek verdienen in het huidige sociaal-economische overleg.

De Vereniging Platform Zelfstandig Ondernemers (PZO), de grootste onafhankelijke belangenbehartiger voor zzp’ers, reageert namens de bijna 1 miljoen zelfstandigen in Nederland verheugd op de uitspraken van de minister-president in NRC Handelsblad.

Minister-president Balkenende vindt dat zelfstandigen zonder personeel (zzp’ers) een plek verdienen in het huidige sociaal-economische overleg.

 

De Vereniging Platform Zelfstandig Ondernemers (PZO), de grootste onafhankelijke belangenbehartiger voor zzp’ers, reageert namens de bijna 1 miljoen zelfstandigen in Nederland verheugd op de uitspraken van de minister-president in NRC Handelsblad. PZO pleit sinds de oprichting van de vereniging in 2002 voor een evenwichtige vertegenwoordiging van zzp’ers in het huidige poldermodel. De uitlatingen van de minister-president maken hiervoor nu de weg vrij.
 
Traditionele lijnen
De Nederlandse overlegeconomie loopt nu voornamelijk via de traditionele lijnen van werkgevers- en werknemersverhoudingen. Zzp’ers staan daar buiten en zijn bijvoorbeeld niet vertegenwoordigd in de Stichting van de Arbeid, de Sociaal-Ecomische Raad en het voor- en najaarsoverleg. Dit, terwijl in die gremia wel zaken aan de orde komen die ook de zzp’er direct raken. PZO is dan ook verheugd dat minister-president Balkenende de zzp’er nu tot insider van de Nederlandse overlegeconomie wil maken.
Platform Zelfstandige Ondernemers (PZO)
Met ruim 20.000 leden is PZO de grootste onafhankelijke belangenbehartigingsorganisatie voor zelfstandige ondernemers zonder personeel (zzp’ers). PZO behartigt de collectieve belangen van de leden in politiek Den Haag. PZO ondersteunt de leden met onder meer een juridische helpdesk en andere ledendiensten, zoals collectieve verzekeringsarrangementen De vereniging Platform Zelfstandige Ondernemers is opgericht in 2002.

 

Bron: ANP

Zieke ondernemer rekent ten onrechte op overheid

Bijna de helft van de ondernemers denkt ten onrechte dat de overheid hen op enigerlei wijze helpt wanneer zij arbeidsongeschikt raken. Vooral vrouwen en jonge ondernemers (tot 34 jaar) hebben dat idee.

AMSTERDAM (AFN) – Bijna de helft van de ondernemers denkt ten onrechte dat de overheid hen op enigerlei wijze helpt wanneer zij arbeidsongeschikt raken. Vooral vrouwen en jonge ondernemers (tot 34 jaar) hebben dat idee.

Dit blijkt uit onderzoek dat bureau Intomart GfK in opdracht van Nationale Nederlanden (NN) heeft gehouden onder vijfhonderd zelfstandigen zonder personeel (zzp’ers) en kleine ondernemers met maximaal tien personeelsleden.

Ruim een kwart denkt bij arbeidsongeschiktheid in aanmerking te komen voor een bijstandsuitkering, maar lang niet iedereen krijgt deze ook daadwerkelijk, aldus Lidwien Suur, directeur Inkomen van NN. Ongeveer een op de vijftien ondervraagden verwacht een uitkering boven het niveau van de bijstand, bijvoorbeeld een werkloosheidsuitkering of een uitkering wegens arbeidsongeschiktheid.

Weinig te bieden

Anderen denken dat de overheid zieke ondernemers helpt met terugkeer naar de arbeidsmarkt. ,,Maar de overheid heeft hen weinig te bieden”, stelt Suur. Ondernemers moeten dat zelf regelen.

Jaarlijks raakt een op de twaalf ondernemers voor korte of lange tijd arbeidsongeschikt. Slechts 40 procent heeft een arbeidsongeschiktheidsverzekering. Ondernemers denken vaak dat het hen niet zal overkomen, aldus Suur.

Niet-verzekerde zzp’ers denken bij arbeidsongeschiktheid twee derde van hun inkomen kwijt te raken. Kleine ondernemers zijn vaak bang dat de continuïteit van hun bedrijf in het gedrang raakt. Uit het onderzoek blijkt dat de kleine ondernemers bij arbeidsongeschiktheid hulp bij terugkeer naar de arbeidsmarkt op prijs zouden stellen. De meesten weten niet dat verzekeraars die begeleiding kunnen bieden.

Zzp’ers mogelijke oplossing voor arbeidstekort in de land- en tuinbouw

Vanaf 2000 is in Nederland het aantal zelfstandigen zonder personeel, kortweg zzp’ers, sterk toegenomen. Ook in de land- en tuinbouw komt deze arbeidsvorm steeds vaker voor.

Vanaf 2000 is in Nederland het aantal zelfstandigen zonder personeel, kortweg zzp’ers, sterk toegenomen. Ook in de land- en tuinbouw komt deze arbeidsvorm steeds vaker voor. Zzp’ers kunnen een bijdrage leveren aan de oplossing van het arbeidstekort in de land- en tuinbouw, zo blijkt uit een vandaag verschenen inventariserend onderzoek dat LEI verricht heeft in opdracht van het ministerie van LNV.

Specialisten op deeltaken

In de agrarische sector zijn een aantal specifieke ontwikkelingen gaande die bijdragen aan de opkomst van zzp’ers. Door schaalvergroting is de agrarische ondernemer steeds minder vaktechnisch bezig en richt hij zich meer en meer op het organiseren van werk, op inkoop- en verkoopactiviteiten en op strategieontwikkeling. Dit leidt tot een groeiende vraag naar specialisten op deeltaken. Hierin wordt onder andere voorzien door voormalige agrarische ondernemers die hun bedrijf voortijdig hebben beëindigd. Bijkomend voordeel voor de sector is dat op deze wijze goede vakmensen behouden blijven.

De komende jaren zal het namelijk naar verwachting steeds moeilijker worden in de agrarische sector om aan goed personeel te komen, omdat de krapte op de arbeidsmarkt voor deze beroepscategorie blijvend lijkt en minder jongeren agrarisch onderwijs volgen.

ZZP’ers in de landbouw

Een flink deel van de land- en tuinbouwbedrijven (bijna 30%) besteedt werk uit aan zzp’ers. Dit blijkt uit een enquête onder agrarische ondernemers. Zzp’ers worden vooral ingezet voor gewasverzorging (41%), oogstwerkzaamheden (38%) en dierverzorging (29%). Het aantal zzp-uren varieert sterk per bedrijf: van minder dan 100 uur op ruim 40% van de bedrijven tot 1.000 uur of meer op zo’n 10% van de bedrijven. Daarnaast gaf 14% van de respondenten aan het eigen bedrijf te combineren met zzp-activiteiten daarbuiten.

Betrouwbare gegevens over het aantal actieve zzp’ers in de agrarische sector zijn er niet. Mede op basis van dit onderzoek is het aantal arbeidsjaareenheden – 1 aje komt overeen met 2.000 arbeidsuren per jaar – geschat op circa 3.300 tot 3.500. Vaak gaat het om potentiële bedrijfsopvolgers, bedrijfsbeëindigers en agrariërs met zzp als neventak. Het aantal agrariërs dat naast het eigen bedrijf ook actief is als zzp’er is geschat op 10.000 à 11.000.

Voor- en nadelen

Zzp’ers zijn aantrekkelijk voor agrarische ondernemers vanwege hun flexibele inzet voor productiewerk of specialistische taken, vooral in piektijden of bij een groeisprong,. Ondernemers werken met zzp’ers omdat ze geen financiële risico’s lopen bij ziekte, arbeidsongeschiktheid en ontslag. Ook ervaren ze minder administratieve lasten en een betere kwaliteit van het geleverde werk door meer betrokkenheid. Een nadeel is dat zzp’ers door hun volle agenda’s soms (te) beperkt inzetbaar zijn.

De belangrijkste motieven voor zzp’ers zijn de vrijheid om zelf werktijden, activiteiten en opdrachtgevers te kiezen en de mogelijkheid om op die manier (extra) inkomsten te verwerven. Als minpunt noemen zij dat het werken voor meerdere opdrachtgevers, al dan niet in combinatie met een eigen bedrijf, soms lastig is.

Zzp’ers kunnen zichzelf onderscheiden door specialistische arbeid waar vaak een hoger tarief voor gerekend kan worden. Zzp is tevens een uitgelezen kans voor jongeren zonder agrarische achtergrond die het werk en het ondernemerschap in de sector ambiëren. Dit vereist wel competenties zoals zelfstandigheid, klantgerichtheid, resultaatgerichtheid en communicatieve vaardigheid.

Risico’s voor de ZZP’er

Agrarische zzp’ers zitten doorgaans goed in het werk en het risico van leegloop beschouwen ze inherent aan deze vorm van werken. Agrarische zzp’ers verwachten door de economische crisis vooral in de bouwwereld minder opdrachten te verwerven, en niet zozeer in de agrarische sector zelf.

Zzp’ers schatten risico’s over het algemeen (te) laag in. Een verzekering tegen arbeidsongeschiktheid vinden ze te duur en datzelfde geldt voor particuliere pensioenproducten. Agrarische ondernemers met zzp als neventak vallen daarom voor hun pensioen vaak terug op het opgebouwde vermogen binnen het bedrijf.

Over collectieve sociale verzekeringen voor zzp’ers wordt verschillend gedacht. Voorstanders ervan menen dat zij dezelfde rechten moeten hebben als gewone werknemers, tegenstanders vinden de roep om collectieve voorzieningen betuttelend voor het ‘vrije’ beroep. Ook het kabinet ziet geen noodzaak voor collectieve voorzieningen.

Professionalisering gewenst

Werving vindt hoofdzakelijk plaats via mond-tot-mondreclame, met internet en andere media als aanvullende bronnen. Opdrachtgevers zeggen behoefte te hebben aan een goed gevulde database op internet met uitgebreide regionale zoekfuncties en/of bemiddeling.

Momenteel zijn de meeste opdrachten gebaseerd op mondelinge afspraken, wat aanleiding kan geven tot onduidelijkheid en conflicten. Daarnaast vertrouwen opdrachtgevers er te zeer op dat de zzp’er zijn papieren (onder andere de VAR, de Verklaring Arbeidsrelatie) op orde heeft. Verder is er bij zowel opdrachtgevers en zzp’ers nogal wat onbekendheid en onduidelijkheid over regelgeving, met name over de arbowetgeving.

Kortom, een professionaliseringslag is wenselijk. Certificering van zzp’ers en hun vaardigheden kan hieraan bijdragen, bijvoorbeeld via EVC-kwalificering (Eerder Verworven Competenties). Ook agrarische onderwijsinstellingen zouden hun programma’s beter kunnen afstemmen op toekomstige zzp’ers.

Zie voor meer informatie het rapport ZZP’ers in beeld; Een inventarisatie in de agrarische sector op de site van het LEI.

Publicatiedatum: 14-4-2009