Forfaitair rendement Box 2 ?

Als DGA kunt u de belastingheffing uitstellen door geen dividend uit te keren. Om uitstel hiervan tegen te gaan, wordt voorgesteld om de DGA te belasten voor een forfaitair rendement.

Als aanmerkelijkbelanghouder kunt u de belastingheffing uitstellen door geen dividend uit te keren. Om het uitstel van deze belastingheffing tegen te gaan, stelt de Commissie Van Dijkhuizen voor om de aanmerkelijkbelanghouder te belasten voor een jaarlijks forfaitair rendement.

Forfaitair rendement

In de huidige regeling betaalt u als aanmerkelijkbelanghouder belasting over de reguliere voordelen. Dit is bijvoorbeeld het geval bij het uitkeren van dividend of het vervreemden van de aandelen. Gebeurt dit niet, dan is het mogelijk om de belastingheffing uit te stellen. De Commissie stelt daarom voor u jaarlijks in box 2 te belasten tegen een forfaitair rendement. Er komt dan een koppeling met het forfaitaire rendement in box 3.

Doelmatigheidsmarge omlaag

Daarnaast moet u nu als aanmerkelijkbelanghouder een loon krijgen dat gebruikelijk is voor uw werk. Dat loon moet minimaal € 43.000 bedragen. Een hoger loon is mogelijk als dat bij soortgelijke dienstbetrekkingen gebruikelijk is. Er geldt echter nu een doelmatigheidsmarge van 30%. Een loon van 70% van het hogere gebruikelijke loon bij soortgelijke dienstbetrekkingen (maar ten minste € 43.000) is dan voldoende. Dit percentage is volgens de Commissie veel te hoog en zou slechts 10% moeten bedragen.

Realistisch rendementspercentage

De hoogte van het forfaitaire rendement van box 3 staat al regelmatig ter discussie. Het is tegenwoordig namelijk bijna onmogelijk om een rendement van 4% te halen op uw vermogen. Volgens de Commissie zou er eigenlijk een realistischer forfaitair rendement moeten komen. Dit is mogelijk door aan te sluiten bij het vijfjaarsgemiddelde van de gemiddelde rentevergoeding op spaarrekeningen in de vijf voorgaande jaren. Dit betekent een percentage van 2,4% voor 2014. Daarnaast hoort de eigen woning volgens de Commissie eigenlijk helemaal niet in box 1, maar zou die naar box 3 moeten verhuizen. Het overhevelen hiervan moet echter wel geleidelijk gebeuren. De Commissie is wel voorstander van een heffingsvrij vermogen in box 3. De ouderentoeslag kan dan wel vervallen. Afbouw hiervan moet dan plaatsvinden in 18 jaarlijkse stappen.

Dividenduitkering na jaarwisseling kan dga veel heffingsrente besparen

Over de dividenduitkering van een bv aan haar directeur-grootaandeelhouder (dga) is de dga inkomstenbelasting verschuldigd in box 2 (inkomen uit aanmerkelijk belang). De inkomstenbelasting wordt verrekend met de dividendbelasting die de uitkerende bv op het dividend moet inhouden. Er is echter nog een belangrijke wettelijke regeling waarmee de dga rekening moet houden: de heffingsrente. Deze wordt berekend over de verschuldigde inkomstenbelasting over een positief belastbaar inkomen vanaf 1 juli van het kalenderjaar tot en met de dagtekening van het aanslagbiljet. Dit aanvangstijdstip geldt ook als een bv pas in december van het jaar dividend uitkeert, zo bleek uit een recente uitspraak van Rechtbank Arnhem.

 

Volledig bericht

Net als veel werknemers in december een extraatje tegemoet kunnen zien in de vorm van een eindejaarsuitkering, zal een directeur-grootaandeelhouder (dga) van een bv zichzelf ook graag aan het eind van het jaar beloond willen zien voor bewezen diensten. De bv kan dan een dividenduitkering doen. Over die dividenduitkering is de dga inkomstenbelasting verschuldigd in box 2 (inkomen uit aanmerkelijk belang). De inkomstenbelasting wordt verrekend met de dividendbelasting die de uitkerende bv op het dividend moet inhouden. Er is echter nog een belangrijke wettelijke regeling waarmee de dga rekening moet houden: de heffingsrente. Deze wordt berekend over de verschuldigde inkomstenbelasting over een positief belastbaar inkomen vanaf 1 juli van het kalenderjaar tot en met de dagtekening van het aanslagbiljet. Dit aanvangstijdstip geldt ook als een bv pas in december van het jaar dividend uitkeert, zo bleek uit een recente uitspraak van Rechtbank Arnhem.
 
In de desbetreffende procedure had de dga in december 2007 van zijn bv een dividend ontvangen van € 500.000. Begin februari 2008 verzocht hij de inspecteur om een voorlopige aanslag inkomstenbelasting en premie volksverzekeringen. De voorlopige aanslag werd met dagtekening 5 april 2008 aan de dga opgelegd. Tegelijkertijd is een bedrag van € 1.722 aan heffingsrente in rekening gebracht over de periode 1 juli 2007 tot 5 april 2008.
 
De dga was het hier niet mee eens, omdat de dividendbelasting volgens hem pas was verschuldigd op het moment dat hij aangifte dividendbelasting had ingediend op 31 januari 2008. Volgens goed koopmansgebruik en de verkeersopvattingen mag pas rente in rekening worden gebracht vanaf het moment dat de schuld ontstaat. Door al eerder rente in rekening te brengen had de wetgever een onrechtmatige daad jegens de dga gepleegd.
 
De rechtbank stelde voorop dat dividendbelasting al is verschuldigd vanaf het moment dat het dividend in december 2007 is ontvangen. Op grond van de wet wordt heffingsrente berekend vanaf 1 juli van het desbetreffende belastingjaar. De rechtbank leidde uit de wetsgeschiedenis af dat de wetgever voor de berekening van de heffingsrente om redenen van uitvoerbaarheid en doelmatigheid is uitgegaan van de fictie dat het belastbare inkomen gedurende het hele jaar gelijkmatig aangroeit en dat dus geen rekening hoeft te worden gehouden met het tijdstip waarop de inkomsten worden genoten. De nadelen die hieraan zijn verbonden, heeft de wetgever kennelijk van onvoldoende gewicht bevonden om af te zien van de gehanteerde berekeningsmethode. De rechtbank constateerde namelijk dat er geen uitvoeringsregeling is vastgesteld, waarin dergelijke nadelige effecten zijn gerepareerd. Daarom geldt volgens de rechtbank de wet en die gaat uit van 1 juli. Ten slotte oordeelde de rechtbank dat de belastingrechter niet bevoegd is om te oordelen of sprake is van een onrechtmatige daad. Daarvoor moet de dga bij de burgerlijk rechter zijn. Het beroep van de dga wordt ongegrond verklaard.
 
Opmerking
Uit deze procedure valt een les te trekken. Bij een hoge dividenduitkering loont het de moeite om deze uit te stellen tot na de jaarwisseling. Dat kan u veel heffingsrente besparen. Hetzelfde geldt bijvoorbeeld in geval van verkoop van een onderneming en de daarbij behaalde stakingswinst (zie ons bericht van 4 december 2008).  

Bron: Rechtbank Arnhem, 27-2-2009, nr. 08/4222 (gepubliceerd 5-3-2009).