Ongelijke fiscale behandeling fiscale aftrekposten van Nederlandse grensarbeiders in Duitsland en België?

Het (nieuwe) belastingverdrag met België bevat onder meer een compensatieregeling voor in Nederland wonende grensarbeiders, die in België werken en daaruit inkomsten verdienen waarover België heffingsbevoegd is.

Het (nieuwe) belastingverdrag met België bevat onder meer een compensatieregeling voor in Nederland wonende grensarbeiders, die in België werken en daaruit inkomsten verdienen waarover België heffingsbevoegd is. Volgens deze regeling verleent Nederland in bepaalde situaties een fiscale tegemoetkoming waardoor deze grensarbeiders hun fiscale aftrekposten (o.a. hypotheekrente van de eigen woning) kunnen verzilveren óók in situaties dat voor de Nederlandse belastingheffing te weinig belastbaar inkomen overblijft om de aftrekposten daarop volledig in mindering te kunnen brengen. Onlangs heeft de staatssecretaris van Financiën op Kamervragen geantwoord dat Nederland in de onderhandelingen met Duitsland over een nieuw belastingverdrag ernaar streeft eenzelfde soort compensatieregeling te treffen. Duitsland heeft echter al aangegeven hiervoor weinig te voelen. De staatssecretaris gaf daarom aan dat de verwachtingen op dit punt niet te hoog gespannen moeten zijn. Daarbij speelt een rol dat nog over een groot aantal andere verdragsthema’s gesproken moet worden en tussen beide landen omvangrijke economische betrekkingen bestaan.

 

Volledig bericht

Het (nieuwe) belastingverdrag met België bevat onder meer een compensatieregeling voor in Nederland wonende grensarbeiders, die in België werken en daaruit inkomsten verdienen waarover België heffingsbevoegd is. Volgens deze regeling verleent Nederland in bepaalde situaties een fiscale tegemoetkoming, waardoor grensarbeiders hun fiscale aftrekposten (o.a. hypotheekrente van de eigen woning) kunnen verzilveren, óók in situaties dat voor de Nederlandse belastingheffing te weinig belastbaar inkomen overblijft om de aftrekposten daarop volledig in mindering te kunnen brengen. De compensatieregeling leidt ertoe dat de in Nederland wonende grensarbeiders die in België werken voor wat betreft hun fiscale aftrekposten voor de Nederlandse inkomstenbelasting niet slechter af zijn dan inwoners van Nederland van wie de inkomsten in Nederland belast zijn. Dit staat ook wel bekend als ‘gelijke behandeling met de buurman’.
 
Volgens de compensatieregeling verleent Nederland aan een grensarbeider een belastingvermindering voor zover het totaal van de verschuldigde Nederlandse en Belgische belasting en de verschuldigde Nederlandse premie volksverzekeringen of daarmee vergelijkbare Belgische premies, meer bedraagt dan het bedrag dat aan Nederlandse belasting en premie volksverzekeringen zou zijn geheven, als de grensarbeider inkomsten uit Nederland zou hebben verkregen waarover Nederland heffingsbevoegd is. Voor zover de berekende vermindering meer bedraagt dan de berekende verschuldigde belasting en premies volksverzekeringen wordt die vermindering aan de inwoner van Nederland uitbetaald. Door deze vermindering wordt bij een in België werkzame en in Nederland woonachtige grensarbeider in feite rekening gehouden met de Nederlandse fiscale aftrekposten (zoals de hypotheekrenteaftrek).
 
Onlangs heeft de staatssecretaris van Financiën op Kamervragen geantwoord dat Nederland in de onderhandelingen met Duitsland over een nieuw belastingverdrag ernaar streeft eenzelfde soort compensatieregeling te treffen. Duitsland heeft echter al aangegeven dat op grond van rechtspraak van het Europese Hof van Justitie (met name het Schumacker-arrest) en de aanpassing van de Duitse inkomstenbelastingwet in dat kader al voldoende is gedaan wat de fiscale behandeling van grensarbeiders betreft. De staatssecretaris gaf daarom aan dat de verwachtingen op dit punt niet te hoog gespannen moeten zijn. Daarbij speelt een rol dat nog over een groot aantal andere verdragsthema’s gesproken moet worden en tussen beide (buur)landen omvangrijke economische betrekkingen bestaan.
 
Bron: Ministerie van Financiën, 31-8-2009, nr. IFZ/2009/477U