‘Hinderlijke regels’ voor zzp’ers al aardig aangepast

FNV Zelfstandigen heeft een jaar geleden een ‘top 10 hinderlijke regels’ voor zelfstandig ondernemers overhandigd aan de staatssecretaris van Financiën, Jan Kees de Jager.

FNV Zelfstandigen heeft een jaar geleden een ‘top 10 hinderlijke regels’ voor zelfstandig ondernemers overhandigd aan de staatssecretaris van Financiën, Jan Kees de Jager.

 

In een jaar tijd is er, mede door druk van FNV Zelfstandigen, serieuze aandacht gekomen voor deze regels en heeft het kabinet diverse stappen genomen om regels voor zzp’ers te verbeteren en te vereenvoudigen. FNV Zelfstandigen ziet echter nog wel verbeterpunten.

Belangrijke veranderingen zijn de sterk vereenvoudigde aanvraag voor de VAR en het verbeteren van de informatie over regels door de overheid. De top 10 van hinderlijke regels is vorig jaar samengesteld op basis van uitgebreide reacties van zo’n 500 zzp’ers. Hieruit kwamen de volgende 10 aanbevelingen voort:

Top tien ‘hinderlijke regels’ zzp’er

  1. VAR: (minimum) aantal opdrachtgevers verminderen
  2. Urencriterium voor de zelfstandigenaftrek naar rato
  3. Wijzigen voorwaarden voor werkruimte aan huis
  4. Eigen regels voor privégebruik bedrijfsauto
  5. Aanbesteding toegankelijk maken voor zelfstandigen
  6. Verlenging geldigheidsduur VAR
  7. Verlaagd BTW-tarief voor meer diensten
  8. Rentevergoeding over betaalde belastingvoorschotten
  9. Toegankelijke en betaalbare AOV
  10. Stimuleren van een betere betalingsmoraal

Bron en meer informatie: FNV Zelfstandigen

Pas op voor inlenersaansprakelijkheid

Als u personeel inleent blijft de dienstbetrekking tussen de werknemer en de uitlener bestaan, ook al werkt de werknemer onder uw leiding of toezicht.

De uitlener is degene die loonheffingen moet afdragen. Doet hij dit niet, dan kan de fiscus bij u aankloppen. U kunt zich hiervoor vrijwaren door gebruik te maken van een g-rekening.

Als u personeel inleent blijft de dienstbetrekking tussen de werknemer en de uitlener bestaan, ook al werkt de werknemer onder uw leiding of toezicht.

 

De uitlener is degene die loonheffingen moet afdragen. Doet hij dit niet, dan kan de fiscus bij u aankloppen. U kunt zich hiervoor vrijwaren door gebruik te maken van een g-rekening.
De Invorderingswet bevat een inlenersaansprakelijkheid voor inleners van arbeidskrachten. Dit betekent dat iedere inlener van rechtswege hoofdelijk aansprakelijk is voor de loonheffingen ter zake van het door hem ingeleende personeel en de btw die betrekking heeft op de aan hem gefactureerde bedragen. Voorwaarde is wel dat het gaat om werknemers die met instandhouding van de dienstbetrekking tot de uitlener aan de inlener ter beschikking worden gesteld om onder diens leiding of toezicht werkzaam te zijn.

In gebreke

U wordt als inlener natuurlijk niet zomaar aansprakelijk gesteld. De uitlener van personeel is de eerstverantwoordelijke die moet zorgen dat de loonheffing voor zijn personeel wordt betaald. Deze heeft immers het personeel dat aan het werk is officieel in dienst (weliswaar bij andere bedrijven, maar wel in dienst bij een van deze twee partijen).

Als de uitlener ongeacht de reden geen loonheffing betaalt, wordt de inlener als opdrachtgever door de Belastingdienst aansprakelijk gehouden voor de niet-betaalde loonheffing. Wordt u als inlener aansprakelijk gesteld, dan is het te laat om risicobeperkende maatregelen te nemen. Deze maatregelen moet u direct bij aanvang van de inlening van het personeel met de uitlener overeenkomen.

 

Tip

Check uw wederpartij goed voordat u personeel inleent. U doet er verstandig aan vóór de inlening bedrijfsinformatie op te vragen bij de Kamer van Koophandel

 

Risicobeperkende maatregelen

Ook al gaat u vooraf zeer nauwkeurig te werk bij het selecteren van uw uitleners, dan nog heeft u geen garantie dat er geen aansprakelijkstelling volgt. Wat kunt u doen om te voorkomen dat u aansprakelijk wordt gesteld? De wet bevat een wettelijke vrijwaringsmogelijkheid voor de inlener, namelijk de g-rekening.

Hoe werkt een g-rekening? De inlener stort een deel van de aan de uitlener verschuldigde aanneemsom op de g-rekening van de uitlener. Het deel dat op de g-rekening wordt gestort is gelijk aan het bedrag dat de uitlener in het kader van de opdracht aan loonheffing moet afdragen. Vanuit de g-rekening mag de uitlener vervolgens alleen geld overmaken naar de Belastingdienst om loonheffing te betalen.

 

G-rekening

Een g-rekening is een geblokkeerde rekening. Dit betekent dat de rekening niet, zoals bij een rekening-courantrekening, voor elke willekeurige betaling kan worden gebruikt. De g-rekening kan alleen worden gebruikt om betalingen te doen aan de Belastingdienst of aan een andere onderaannemer.

 

Voorwaarden

De inlener kan overigens slechts op de g-rekening jegens de uitlener bevrijdend betalen als beide partijen dit ook schriftelijk zijn overeengekomen. De g-rekening is een geblokkeerde bankrekening op naam van de uitlener waarop de Belastingdienst een zogenoemd eerste pandrecht heeft. De inlener verkrijgt de vrijwaring slechts voor zover hij op deze g-rekening heeft gestort. U moet het bedrag dus goed inschatten!

In de praktijk blijkt vaak dat de inlener te weinig heeft gestort. Dit wordt vaak veroorzaakt doordat de uitlener die zijn verplichtingen niet goed is nagekomen. Denk aan een slechte controle op de identiteitsbewijzen. Hierdoor is het anoniementarief van toepassing wat doorwerkt in de aansprakelijkstelling. Dit kan ertoe leiden dat het bedrag van de storting waarvan u aanvankelijk had gedacht dat de hoogte conform de regels van de loonbelasting was, toch te weinig is. Dit heeft tot gevolg dat u een bedrag moet bijbetalen!

 

Schaduwadministratie

Wilt u voorkomen dat u te maken krijgt met een aansprakelijkstelling tegen het anoniementarief, dan moet u een schaduwloonadministratie van het ingeleende personeel bijhouden. In dat geval kunt u een tariefmatiging van de Belastingdienst krijgen.

Dit houdt in dat u moet bijhouden welke werknemers op welke dagen bij u hebben gewerkt. U moet tevens alle belangrijke gegevens vastleggen, zoals, naam, adres, woonplaats, BSN, geboortedatum enzovoort. Ook moet u per project het aantal gewerkte uren per dag vastleggen. Daarnaast moet u ook zelf de identiteit van de ingeleende werknemers vaststellen. Deze laatste verplichting is niet alleen bedoeld om de tariefmatiging te verkrijgen, maar ook om te controleren of de inleenkracht wel gerechtigd is om in Nederland te werken (op grond van de Wet Arbeid Vreemdelingen).

 

Verklaring betalingsgedrag

U kunt als inlener – als de uitlener niet beschikt over een g-rekening – ook rechtsreeks naar de Belastingdienst bedragen overmaken om uw aansprakelijkheid te beperken, de zogenoemde ‘rechtstreekse storting’. Ook kan bij de Belastingdienst een verklaring over het betalingsgedrag worden opgevraagd. Op die verklaring geeft de Belastingdienst aan of de uitlener loonheffingen heeft betaald.

Recent heeft de Hoge Raad een uitspraak gedaan over de vraag of een afgegeven verklaring de aansprakelijkheid van de inlener kan beperken. De Hoge Raad heeft geoordeeld dat een inlener geen vertrouwen kan ontlenen aan een dergelijke verklaring. Dit is alleen anders als de Belastingdienst bij het eventueel verlenen van uitstel van betaling met de uitlener niet op de juiste manier zekerheden is overeengekomen, maar toch een positieve verklaring heeft afgegeven. Als de inlener dan te goeder trouw gebruikmaakt van de uitlener kan hij niet aansprakelijk worden gesteld.

 

Depotstelsel

Het g-rekeningenstelsel zal binnenkort worden vervangen door een depotstelsel. Een uitlener die zijn wederpartij de mogelijkheid wil bieden zijn aansprakelijkheidsrisico te beperken kan een depot bij de Belastingdienst aanvragen. Hierop kan de inlener dan geld storten. Het depotstelsel biedt in principe dezelfde mate van rechtsbescherming als het huidige g-rekeningenstelsel. Wanneer het depotstelsel in werking treedt is nog niet bekend.

 

Advies

Wilt u personeel inlenen check dan goed uw wederpartij. Beperk bovendien uw aansprakelijkheidsrisico door een bedrag van de aanneemsom op een g-rekening te storten. Vertrouw niet blindelings op een door de Belastingdienst afgegeven verklaring over het betalingsgedrag van de uitlener. De Hoge Raad heeft namelijk geoordeeld dat u hieraan in principe geen vertrouwen kunt ontlenen. Een g-rekening geniet veruit de voorkeur!

 

Bron: De SalarisAdviseur

Belastingdienst controleert strenger op leaseauto’s

De controles op leaseauto’s door de Belastingdienst zijn de afgelopen periode opgevoerd. Daarbij is ook de informatie van flitspalen gebruikt.

Staatssecretaris Jan Kees de Jager van Financiën kondigde aan dat de controles strenger worden.

De controles op leaseauto’s door de Belastingdienst zijn de afgelopen periode opgevoerd. Daarbij is ook de informatie van flitspalen gebruikt.

 

Staatssecretaris Jan Kees de Jager van Financiën kondigde aan dat de controles strenger worden.

De Belastingdienst heeft vorig jaar een extra bedrag van € 10 miljoen aan boetes en naheffingen voor fraude met leaseauto’s opgelegd. Vooral flitspalen leverden daarvoor veel informatie.

In totaal inde de Belastingdienst in 2008 € 16,5 miljoen, driemaal zoveel als in 2007. Dit komt doordat er meer en betere controles zijn uitgevoerd.
Bron: De Belastingdienst 

Regels bij ziekte tijdens onbetaald verlof

De regels die gelden bij ziekte tijdens onbetaald verlof op een rijtje gezet.

De regels die gelden bij ziekte tijdens onbetaald verlof op een rijtje gezet.

 

Welke verplichtingen gelden voor de werkgever?
Wordt een werknemer ziek tijdens zijn onbetaald verlof, dan hoeft de werkgever geen loon te betalen. De werknemer heeft ook geen recht op een Ziektewet-uitkering. De werknemer kan wel, in overleg met de werkgever besluiten om het onbetaald verlof te beëindigen wegens ziekte.
Met ingang van de dag dat het onbetaald verlof beëindigd wordt, moet de werkgever het loon tijdens ziekte doorbetalen. Die dag geldt als eerste ziektedag. Het is ook de dag waarop de wachttijd voor de WIA begint en uw re-integratieverplichting start.


Onbetaald verlof in deeltijd
Het is mogelijk om onbetaald verlof in deeltijd op te nemen. De werknemer krijgt in dat geval alleen loon over de uren dat hij geen verlof heeft. Als de werknemer ziek wordt tijdens een deeltijdverlof, moet de werkgever  het loon over het aantal uren dat hij zou werken berekenen. Hij hoeft dan dus geen loon door te betalen over de verlofuren.

Ziekte bij afloop onbetaald verlof
Wanneer een werknemer ziek is op de dag dat zijn onbetaald verlof is afgelopen, dan moet de werkgever zijn loon weer uit gaan betalen. Op die dag begint dan ook de wachttijd voor de WIA en de re-integratieverplichting. Als de werknemer recht heeft op een Ziektewet-uitkering, dan hoeft de werkgever geen loon door te betalen. Wel moet hij de werknemer dan ziek melden bij UWV.

Wanneer uw werknemer recht heeft op een Ziektewet-uitkering leest u op de website van UWV.

 

Bron: UWV

De kantonrechtersformule: hoe zit het precies?

Sinds 1 januari 2009 is er een nieuwe kantonrechtersformule van kracht. Aan de hand van deze formule wordt de hoogte van de ontslagvergoeding berekend.

Sinds 1 januari 2009 is er een nieuwe kantonrechtersformule van kracht. Aan de hand van deze formule wordt de hoogte van de ontslagvergoeding berekend.

 

Voor de werkgever is het belangrijk goed op de hoogte te zijn van deze formule. Het kan namelijk behoorlijk wat kosten als hij een werknemer wil ontslaan.

De formule bestaat uit drie componenten die met elkaar worden vermenigvuldigd om de hoogte van de ontslagvergoeding te berekenen.

Vergoeding = A x B x C

A is het aantal gewogen dienstjaren van de werknemer.
B is de beloning (brutomaandsalaris).
C is de correctiefactor.

 

Wat is er veranderd op 1 januari 2009?

De kantonrechtersformule is op de volgende punten aangepast:
• wegen van dienstjaren bij het bereken van een vergoeding;
• meer aandacht voor bijzondere omstandigheden;
• meer maatwerk voor werknemers die tegen hun pensioen aan zitten;
• toepassing van de kantonrechtersformule bij korte dienstverbanden.

 

Wegen van dienstjaren bij het bereken van een vergoeding

Voortaan tellen gewerkte jaren op jonge leeftijd minder zwaar mee. Gewerkte jaren op oudere leeftijd tellen nog steeds zwaarder, maar de grenzen verschuiven.
• Een half maandsalaris voor elk gewerkt jaar onder de 35 jaar.
• Eén maandsalaris voor elk gewerkt jaar tussen 35 en 45 jaar.
• Anderhalf maandsalaris voor elk gewerkt jaar tussen 45 en 55 jaar.
• Twee maandsalarissen voor elk gewerkt jaar na 55 jaar.

 

Meer aandacht voor bijzondere omstandigheden

Er is meer ruimte gekomen om te kijken naar bijzondere omstandigheden van het geval. Het zijn juist die bijzondere omstandigheden waar het vaak om gaat in de onderhandelingen tussen werknemer en werkgever en in de rechtszaal.

De werkgever kan de ontslagvergoeding verlagen door de arbeidsmarktpositie van zijn werknemers te verbeteren. Als hij aan de kantonrechter kan aantonen dat hij zijn werknemers bijvoorbeeld regelmatig training of scholing heeft aangeboden, kan de C-factor in zijn voordeel uitvallen.

 

Correctiefactor

De C in de rekensom wordt bepaald door vragen als:
• door wie komt het dat de verhoudingen zijn verstoord;
• is het disfunctioneren aan de werknemer te wijten of aan de werkgever;
• is de werknemer niet gaan re-integreren omdat hij niet wilde of omdat de werkgever onmogelijke eisen stelde;
• heeft de werknemer al een andere baan of heeft hij er een concreet uitzicht op;
• hoe is de arbeidsmarktpositie van de werknemer (leeftijd, opleiding, kwalificaties enzovoort);
• hoe is de financiële positie van de werkgever (kan hij een vergoeding betalen).

 

Meer maatwerk voor werknemers die tegen hun pensioen aan zitten

Volgens de oude aanbeveling is de vergoeding voor een oudere werknemer afgetopt tot het bedrag dat hij verdiend zou hebben als hij tot zijn 65ste had doorgewerkt. Omdat tegenwoordig de pensioenleeftijd nogal kan verschillen, kijken kantonrechters nu bij oudere werknemers naar de leeftijd waarop zij naar verwachting met pensioen zouden zijn gegaan als ze in dienst waren gebleven.

Is het verlies aan inkomsten als gevolg van het ontslag minder dan de vergoeding volgens de kantonrechtersformule, dan wordt de vergoeding gelijk aan het bedrag van de inkomstenderving. De bijzondere omstandigheden (de C in de rekensom) blijven hierbij van belang.

 

Toepassing van de kantonrechtersformule bij korte dienstverbanden

De kantonrechtersformule is voortaan ook van toepassing op korte dienstverbanden. Als er sprake is van een tijdelijke arbeidsovereenkomst zonder tussentijdse mogelijkheid van opzegging, is de vergoeding in principe gelijk aan het salaris over de nog resterende periode. In alle andere gevallen wordt de vergoeding op de normale manier berekend.

 

Bron: Personeel