Een op de acht zelfstandigen kampt met laag inkomen

Zelfstandige ondernemers hebben vaker een laag inkomen dan andere groepen in de Nederlandse economie.

In 2006 had 12,4 procent van alle huishoudens met een zelfstandige ondernemer als hoofdkostwinner een inkomen onder de lage-inkomensgrens

Zelfstandige ondernemers hebben vaker een laag inkomen dan andere groepen in de Nederlandse economie.

 

In 2006 had 12,4 procent van alle huishoudens met een zelfstandige ondernemer als hoofdkostwinner een inkomen onder de lage-inkomensgrens, terwijl het percentage voor heel Nederland op 9,3 procent lag. In totaal betrof het 85.100 zelfstandigen. Dit en meer blijkt uit de eerste editie van de Monitor Inkomens Ondernemers van EIM. De Monitor Inkomens Ondernemers schetst een totaalbeeld van de inkomenspositie van ondernemers en bevat analyses van de belangrijkste trends in de periode 1990-2006.
Geen verbetering inkomenspositie van zelfstandigen
Het percentage zelfstandigen met een laag inkomen is nauwelijks afgenomen ten opzichte van 2005, terwijl landelijk wel sprake was van een duidelijke afname. In conjuncturele dieptepunten als 1993 en 2003 liep het aandeel op tot 16 à 17 procent. Het ligt dan ook in de lijn der verwachting dat het aandeel zelfstandigen met een laag inkomen in het huidige economische klimaat zal toenemen tot vergelijkbare hoogte of mogelijk zelfs hoger. Verder zijn veel zelfstandigen met een laag inkomen te vinden in de grote steden. Dit is deels te verklaren door de sterke concentratie van allochtone ondernemers in de grote steden, een groep met een relatief hoger risico op een laag inkomen.
Armoede onder ondernemers beperkt zich niet tot de stedelijke gebieden. Ook in landelijke provincies zoals de noordelijke provincies Groningen, Friesland en Drenthe is het aantal zelfstandigen met een laag inkomen relatief hoog.
Alleenstaanden, allochtonen en starters meest kwetsbaar
Vooral onder alleenstaande zelfstandigen met of zonder kinderen is het percentage lage inkomens hoog, 1,5 tot 2 keer hoger dan gemiddeld. Ook onder eerste generatie westerse en niet-westerse allochtone ondernemers is het percentage relatief hoog: respectievelijk 21 en 27 procent. Onder startende ondernemers bedraagt het percentage lage inkomens 23 procent, en daarmee behoren zij ook tot de risicogroepen. Armoede onder zelfstandige ondernemers is verder geconcentreerd in de landbouw, horeca en detailhandel. De lage-inkomensgrenzen waren in 2006 op jaarbasis: alleenstaande 10.560 euro, paar zonder kind 14.520 euro, paar met 1 kind 17.640 euro en een eenoudergezin met 1 kind 14.040 euro.
Grote gevolgen voor sociale positie en bedrijf
Een laag inkomen kan voor zelfstandigen grote gevolgen hebben voor het voortbestaan van de onderneming. De overlevingskansen van zelfstandigen die in een bepaald jaar met een laag inkomen worden geconfronteerd, zijn consequent lager dan die van ondernemers met een inkomen boven de lage-inkomensgrens. Een deel van de zelfstandigen met weinig inkomsten, kiest ervoor om te bezuinigen op noodzakelijk levensonderhoud om noodzakelijke investeringen in de onderneming te doen. Daarmee wordt de sociale positie in de maatschappij van deze zelfstandigen en hun gezinnen verzwakt. Ongeveer 6 à 7 procent van de zelfstandigen heeft structureel te maken met meerdere jaren achtereen een laag inkomen.
Meer informatie vindt u de rapportage ‘Monitor Inkomens Ondernemers”. U kunt de rapportage kosteloos downloaden (pdf).
 
(c) ANP 2009 alle rechten voorbehouden

Huwelijksfeest toekomstig dga op kosten van BV

Kosten huwelijksfeest van een toekomstig directeur van BV werden gedeeltelijk door de BV vergoed. In dit geval terecht, zo besliste Rechtbank Arnhem onlangs.

 

Casus

Een man is in dienst bij een BV en heeft 1/3e deel van de aandelen van de BV. Zijn vader is bestuurder van de BV en houder van de rest van de aandelen. Op 10 juni 2004 treedt de man in het huwelijk. Voor het huwelijksfeest nodigt hij 145 personen uit, waaronder 61 zakelijke relaties van de BV. De BV neemt 61/145e deel van de kosten van het feest voor haar rekening. De man is uiteindelijk zijn vader opgevolgd en directeur en enig aandeelhouder van de BV geworden.

De inspecteur heeft de BV over het jaar 2004 in verband met het door de BV betaalde deel van de kosten van het huwelijksfeest (hierna: de vergoeding) een naheffingsaanslag loonbelasting/pvv (lb/pvv) opgelegd, die in bezwaar is gehandhaafd. Hiertegen heeft de BV beroep ingesteld bij de rechtbank.

 

Geschil

Het gaat in deze zaak om de vraag of de vergoeding tot het belastbare loon van de man behoort.
De BV beantwoordt deze vraag ontkennend en de inspecteur bevestigend.

 

Beoordeling

De rechtbank stelt voorop dat eerst moet worden beoordeeld of de vergoeding zijn oorsprong vindt in de dienstbetrekking van de man. De rechtbank is van oordeel dat dit inderdaad het geval is. Immers, de zakelijke relaties op het huwelijksfeest waren uitgenodigd met het oog op de in 2004 al beoogde bedrijfsopvolging.

Vervolgens is aan de orde de vraag of de vergoeding geacht kan worden te strekken tot bestrijding van kosten ter behoorlijke vervulling van de dienstbetrekking (artikel 15, aanhef, en onder a van de Wet op de loonbelasting 1964). In eerdere uitspraken is beslist dat in zijn algemeenheid een huwelijk een gebeurtenis is van zodanige persoonlijke aard dat met de daaraan verbonden kosten geen zakelijk belang wordt gediend, maar dat bijzondere omstandigheden een afwijking van deze hoofdregel kunnen rechtvaardigen.

De rechtbank beoordeelt daarom de bijzondere omstandigheden van dit geval. Daarbij kijkt de rechtbank niet alleen naar de functie van de man ten tijde van het huwelijk, maar ook naar zijn toekomstige positie als directeur van de BV.

Privé-motieven
Door de inspecteur is niet weersproken dat de man geen privé-motieven had om de zakelijke relaties uit te nodigen. De inspecteur heeft ook niet weersproken dat het huwelijksfeest een goede gelegenheid vormde om belangrijke zakenrelaties van de BV in een informele sfeer kennis te laten maken met de toekomstige directeur en dat dit voor de BV van groot zakelijk belang was.

Uitzondering
Op grond van deze omstandigheden komt de rechtbank tot de conclusie dat in dit geval inderdaad sprake is van een uitzondering op de hoofdregel. Het aan de zakelijke relaties toe te rekenen (en door de BV vergoede) gedeelte van de kosten van de huwelijksfestiviteiten vormen dus kosten ter behoorlijke vervulling van de (toekomstige) dienstbetrekking van de man. De vergoeding behoort dus niet tot het loon van de man, zodat geen (naheffings)aanslag lb/pvv had mogen worden opgelegd.

 

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep gegrond, vernietigt de uitspraak op bezwaar en vermindert de aanslag tot nihil.
Bron: Rechtbank Arnhem, d.d. 19-02-2009

Sneller aangifte vennootschapsbelasting met verkorte versie aangifteprogramma

Ondernemers kunnen sneller aangifte vennootschapsbelasting doen over het boekjaar 2008 of 2008/2009. Dat kan met de verkorte versie van het aangifteprogramma van de fiscus.

25-03-2009 10:30 Belastingdienst

Ondernemers kunnen sneller aangifte vennootschapsbelasting doen over het boekjaar 2008 of 2008/2009. Dat kan met de verkorte versie van het aangifteprogramma van de fiscus. Zij beantwoorden zes vragen om te zien of zij daarvoor in aanmerking komen, zo meldt de Belastingdienst.

Ondernemers kunnen het aangifteprogramma vennootschapsbelasting 2008 sinds 24 maart downloaden van het beveiligde gedeelte van www.belastingdienst.nl. Aan de hand van zes vragen kunnen ondernemers nagaan of zij onderdelen van de aangifte kunnen overslaan.

De verkorte versie van het programma laat deze onderdelen niet meer zien en vult sommige vragen met ‘nee’ in. In de helpfunctie van het programma staat een overzicht van de overgeslagen onderdelen.  

Kamer van Koophandel start sociaal netwerk

De Kamer van Koophandel startte vandaag een nieuwe community voor ondernemers: Hallo.

De Kamer van Koophandel startte vandaag een nieuwe community voor ondernemers: Hallo.
Op www.kvk.nl/hallo kunnen ondernemers ervaringen uitwisselen, vragen stellen, contacten leggen, groepen vormen, tips geven en netwerken. Vraag is echter of ondernemers nog op een nieuw sociaal netwerk zitten te wachten naast Linkedin, Xing en Plaxo.
De Hallo! community geeft ondernemers de gelegenheid om van elkaar en van de ontwikkelingen in hun eigen regio of branche op de hoogte te blijven. Een bedrijf dat hinder ondervindt van bepaalde wetten en regels kan bij collega’s te rade gaan over mogelijke oplossingen. Een startende zzp’er krijgt er tips over hoe hij in zijn branche het beste te werk kan gaan. Een ondernemer die zijn zaak wil verkopen, komt er misschien geïnteresseerde kopers tegen. En de Kamer van Koophandel zorgt ervoor dat ondernemers er op de hoogte blijven van de seminars of themadagen die zij voor ondernemers organiseren.

De komende maanden zal de Kamer van Koophandel op diverse manieren ingeschreven ondernemers voor deze nieuwe community uitnodigen. De verwachting is dat deze nieuwe dienst grote groepen ondernemers met elkaar in contact brengt. De doelstelling is om binnen een jaar 15.000 leden te hebben.

Hoe waardeer ik onderhanden werk? Nieuwe afspraken met bedrijfsleven

De regeling voor het waarderen van onderhanden werk is verduidelijkt. De regeling geldt al sinds 1 januari 2007. De nieuwe werkwijze vermindert de administratieve lasten voor bedrijven.

De Belastingdienst heeft daarover afspraken gemaakt met 3 brancheorganisaties: Bouwend Nederland, UNETO-VNI en FME-CWM. Ook bedrijven uit andere sectoren waarbij deze problematiek speelt, kunnen de regeling toepassen.

Administratieve lasten verminderen
De vernieuwde waarderingsregeling moet de administratieve lasten voor bedrijven verminderen. Ook worden de verschillen tussen de commerciële en fiscale waardering beperkt.

Alle afspraken staan in de Uitwerking waardering onderhanden werk.

De regeling voor het waarderen van onderhanden werk is verduidelijkt. De regeling geldt al sinds 1 januari 2007. De nieuwe werkwijze vermindert de administratieve lasten voor bedrijven.

De Belastingdienst heeft daarover afspraken gemaakt met 3 brancheorganisaties: Bouwend Nederland, UNETO-VNI en FME-CWM. Ook bedrijven uit andere sectoren waarbij deze problematiek speelt, kunnen de regeling toepassen.

Administratieve lasten verminderen

De vernieuwde waarderingsregeling moet de administratieve lasten voor bedrijven verminderen. Ook worden de verschillen tussen de commerciële en fiscale waardering beperkt.

Alle afspraken staan in de Uitwerking waardering onderhanden werk.