In 2013 is het gebruikelijk loon DGA € 43.000

Het gebruikelijk loon voor een directeur-grootaandeelhouder (dga) stijgt volgend jaar van € 42.000 naar € 43.000. U moet over dit gebruikelijk loon van de dga loonheffingen berekenen en afdragen.

Het gebruikelijk loon voor een directeur-grootaandeelhouder (dga) stijgt volgend jaar van € 42.000 naar € 43.000. U moet over dit gebruikelijk loon van de dga loonheffingen berekenen en afdragen.

De Belastingdienst maakte onlangs in de Nieuwsbrief Loonheffingen bekend dat het minimumbedrag voor het gebruikelijk loon voor aandeelhouders met een aanmerkelijk belang op € 43.000 komt te liggen. De dga van een bv moet in ieder geval dit gebruikelijk loon genieten. Geniet de dga in werkelijkheid minder salaris dan moet toch over dit gebruikelijk loon loonheffingen worden berekend en afgedragen.

Hoger of lager gebruikelijk loon

Wil een dga een lager loon toepassen voor zijn werkzaamheden, dan moet hij aannemelijk maken dat dit gebruikelijk is bij soortgelijke dienstbetrekkingen waarbij een aanmerkelijk belang geen rol speelt. Blijkt nu dat juist een hoger loon gebruikelijk is bij soortgelijke dienstbetrekkingen, dan is het gebruikelijk loon het hoogst van de volgende bedragen: 70% van het hogere gebruikelijke loon of het loon van uw meestverdienende werknemer of die van een aan u verbonden vennootschap. Dit loon moet dan wel minstens € 43.000 bedragen.

Op werknemer verhaalde WGA-premie verlaagde de grondslag voor belasting- en premieheffing

De Hoge Raad heeft onlangs in twee arresten beslist dat een op een werknemer verhaalde WGA-premie (WGA = Werkhervattingsregeling gedeeltelijk arbeidsgeschikten) negatief loon vormt en daardoor de grondslag voor de loonheffing (loonbelasting en premie volksverzekeringen) verlaagt.

Samenvatting

De Hoge Raad heeft onlangs in twee arresten beslist dat een op een werknemer verhaalde WGA-premie (WGA = Werkhervattingsregeling gedeeltelijk arbeidsgeschikten) negatief loon vormt en daardoor de grondslag voor de loonheffing (loonbelasting en premie volksverzekeringen) verlaagt. De procedures hadden betrekking op de loontijdvakken januari 2007 en maart 2007. Werkgevers zijn sinds de invoering per 1 januari 2006 van de Wet financiering sociale verzekeringen (Wsfv) onder meer een gedifferentieerde premie verschuldigd voor de uitvoering van de WGA. Volgens de Wsfv mogen zij maximaal de helft van de WGA-premie voor de Werkhervattingskas verhalen op de werknemer. De Hoge Raad bevestigt daarmee de uitspraak van Rechtbank Breda waarover wij in 2008 hebben bericht. De procedures van de Hoge Raad hebben alleen nog belang voor werkgevers en werknemers die in de jaren 2006 tot en met 2008 bezwaar hebben gemaakt tegen de afdracht van loonheffingen in de loonaangifte in verband met verhaal van de WGA-premie. Vanaf 1 januari 2009 is namelijk wettelijk bepaald dat de op de werknemer verhaalde WGA-premie in mindering moet worden gebracht op het nettoloon van de werknemer.

Volledig artikel

Werkgevers zijn sinds de invoering van 1 januari 2006 van de Wet financiering sociale verzekeringen (Wsfv) onder meer een gedifferentieerde premie verschuldigd voor de uitvoering van de WGA. Volgens de Wsfv mogen zij maximaal de helft van de WGA-premie (WGA = Werkhervattingsregeling gedeeltelijk arbeidsgeschikten) voor de Werkhervattingskas verhalen op de werknemer.

De Hoge Raad heeft onlangs in twee procedures uitspraak gedaan over de vraag of een op een werknemer verhaalde WGA-premie  negatief loon vormt en daardoor de grondslag voor de loonheffing (loonbelasting en premie volksverzekeringen) verlaagt. In de onderhavige procedures hadden twee werkgevers in de loontijdvakken januari 2007 en maart 2007 de helft van de WGA-premie op een werknemer verhaald en hadden deze werknemers bezwaar gemaakt tegen de ingehouden loonheffing. Volgens hen was de verhaalde WGA-premie ten onrechte niet op het fiscale loon ingehouden maar op het nettoloon waardoor te veel aan loonheffing zou zijn afgedragen.

Rechtbank Haarlem en

 

 

Rechtbank Breda 

stelden de werknemers in het gelijk. Hof Amsterdam en Hof Den Bosch waren echter een andere mening toegedaan en vernietigden de uitspraken van de rechtbanken. De werknemers stelden daarop beroep in cassatie in bij de Hoge Raad.De Hoge Raad was van oordeel dat als een werkgever gebruik maakt van zijn bevoegdheid tot verhaal van de WGA-premie, dan is het gevolg daarvan dat de werknemer op grond van zijn dienstbetrekking een deel van zijn loon aan de werkgever afdraagt als bijdrage in de door de werkgever verschuldigde WGA-premie. In dat geval kwalificeert de afdracht als negatief loon. De Hoge Raad verwees daarbij naar zijn arrest van

  

5 februari 2010.

Dit houdt volgens de Hoge Raad in dat het loon van de werknemers van de loontijdvakken januari 2007 en maart 2007 waarover loonheffing is ingehouden, moet worden verminderd met het bedrag van de op hen verhaalde WGA-premie.

Opmerking


De procedures van de Hoge Raad hebben alleen nog belang voor werkgevers en werknemers die in de jaren 2006 tot en met 2008 bezwaar hebben gemaakt tegen de afdracht van loonheffingen in de loonaangifte in verband met verhaal van de WGA-premie. Vanaf 1 januari 2009 is namelijk wettelijk bepaald dat de op de werknemer verhaalde WGA-premie in mindering moet worden gebracht op het nettoloon van de werknemer. 

Bron: Hoge Raad, 8-4-2011, nrs. 10/00798 en 09/05031.

Fiscus wijst jongeren op belastingteruggave

De Belastingdienst is weer gestart met de jaarlijkse voorlichtingscampagne voor jongeren met vakantiewerk of een bijbaantje. Via radiospotjes op populaire jongerenzenders en internet worden zij op de mogelijkheid gewezen om belastinggeld terug te vragen.

De Belastingdienst is weer gestart met de jaarlijkse voorlichtingscampagne voor jongeren met vakantiewerk of een bijbaantje. Via radiospotjes op populaire jongerenzenders en internet worden zij op de mogelijkheid gewezen om belastinggeld terug te vragen.

Wees geen diefJongeren kunnen met een half uurtje werk soms wel een paar honderd euro van de Belastingdienst terug krijgen. Wees dus geen dief van je eigen portemonnee en doe belastingaangifte”, roept staatssecretaris Frans Weekers van Financiën deze groep op.

Doe aangifte

Werkgevers houden voor jongeren met een (tijdelijk) vakantie- of bijbaantje vaak voor het hele jaar ineens loonheffing en premies in. Omdat jongeren veelal geen aangifte doen, is de rode draad van de voorlichtingscampagne dit keer dat jongeren zichzelf ‘beroven’ door geen gebruik te maken van de aangifte.

Teruggaaf

Wie vorig jaar een vakantie- of bijbaantje had kan meteen gebruik maken van de vooraf ingevulde belastingaangifte. Deze hoeft dan alleen nog maar gecontroleerd en eventueel aangevuld te worden. Deze teruggaaf kan tot 5 jaar terug worden aangevraagd, dus tot en met 2006. Meer informatie over de belastingteruggaaf voor jongeren met een vakantie- of bijbaantje is te vinden op: www.belastingdienst.nl/jongeren. en www.pikhetniet.tv

 

 

 

 

 

 

Pas op bij uitreiking Verklaring arbeidsrelatie (VAR)!

Krijgt een opdrachtgever een VAR-winst of een VAR-dga overhandigd, dan is hij met 100% zekerheid gevrijwaard van het inhouden van loonheffing en premies sociale verzekeringen.

Krijgt een opdrachtgever een VAR-winst of een VAR-dga overhandigd, dan is hij met 100% zekerheid gevrijwaard van het inhouden van loonheffing en premies sociale verzekeringen.

 

Dit ligt anders bij een VAR-loon of VAR-resultaat uit overige werkzaamheden. In deze laatste twee situaties is de opdrachtgever in principe verplicht loonheffing in te houden, mits er een dienstbetrekking aanwezig is. Het lastige hieraan is dat de opdrachtgever dus zelf moet beoordelen of de arbeidsrelatie als een dienstbetrekking kan worden gekwalificeerd. Hij moet dus de arbeidsrelatie toetsen aan de drie eisen van een dienstbetrekking, namelijk verplichting tot persoonlijke arbeidsverrichting, verplichting tot betalen van loon en de aanwezigheid van een gezagsverhouding. Bij een VAR-winst of VAR-dga hoeft hij dit dus niet vast te stellen. In de praktijk komen opdrachtgevers en opdrachtnemers nogal eens voor verrassingen te staan als blijkt dat de inspecteur een andere VAR afgeeft dan was aangevraagd. Dit gebeurde onlangs ook in een zaak voor Rechtbank Haarlem.

 

Dienstbetrekking
Een belastingadviseur met een eigen management-bv werd ingezet bij een klus voor een andere bv (de opdrachtgever). De adviseur vroeg bij de inspecteur een VAR aan waarin de door de opdrachtgever betaalde bedragen moesten worden aangemerkt als resultaat voor rekening en risico van de management-bv (VAR-dga). De inspecteur reikte echter een VAR-loon uit, wat betekende dat de adviseur in dienstbetrekking stond tot de opdrachtgever die verplicht was tot inhouding van loonheffing. De zaak kwam voor de rechter terecht die de arbeidsrelatie aan de drie eisen van een dienstbetrekking toetste. Allereerst kwam de eis van de verplichting tot persoonlijke arbeidsverrichting aan de orde.

 

Persoonlijk verrichten
De rechter vond dat uit de bepalingen van de overeenkomst tussen de management-bv en de opdrachtgever kon worden afgeleid dat de dga feitelijk de werkzaamheden persoonlijk moest verrichten en dat vervanging door derden slechts bij uitzondering aan de orde was. Ook het feit dat de beheervergoeding was gebaseerd op het verkoopuurtarief dat door de adviseur aan cliënten in rekening werd gebracht, bevestigde dit standpunt. Ook vond de rechter bevestiging van dit standpunt in hetgeen was bepaald omtrent arbeidsongeschiktheid. Aangezien een bv niet arbeidsongeschikt kon raken sloeg de bepaling geheel op de persoon van de adviseur, aldus de rechter.

 

Gezagsverhouding
Omdat aan de eis van loonbetaling zonder meer was voldaan, kwam de rechter toe aan toetsing van de gezagsverhouding. Ook aan deze eis was voldaan. De adviseur moest zich namelijk houden aan de richtlijnen die de opdrachtgever had opgesteld. De inspecteur had dus terecht een VAR-loon afgegeven.
Bronnen:
• Rechtbank Haarlem, 18 november 2008, nr. 08/715 >>
• De BelastingAdviseur >>

Let op!
Het aantal personen dat als zzp’er of freelancer werkzaam is groeit fors. De VAR moet duidelijkheid geven over de fiscale gevolgen van de arbeidsrelatie. Toch kan het beter, vindt het kabinet. De VAR biedt in veel gevallen toch nog te veel onzekerheid. Momenteel wordt geïnventariseerd wat de knelpunten zijn en hoe deze moeten worden opgelost. Het kabinet streeft ernaar uiterlijk vóór de zomer van 2009 een rapportage aan de Tweede Kamer aan te bieden.

Belastingdienst volgt voortaan op Handboek loonheffingen gebaseerd standpunt van werkgever

De staatssecretaris van Financiën heeft een geactualiseerd besluit uitgebracht over het beleid met betrekking tot loonheffingen. Daarnaast bestaat er ook een Handboek loonheffingen, dat werkgevers kunnen gebruiken voor hun aangiften loonbelasting en premie volksverzekeringen. Het handboek biedt niet dezelfde rechtsbescherming als de beleidsbesluiten. De staatssecretaris vindt dat ongewenst in situaties waarin werkgevers in redelijkheid afgaan op dit handboek. Daarom zal de Belastingdienst voortaan de handelwijze van de werkgever volgen, als deze bij het nakomen van zijn inhoudingsplicht is afgegaan op het Handboek loonheffingen, tenzij de verstrekte informatie in het handboek zo duidelijk onjuist is dat de werkgever dit in redelijkheid had moeten beseffen. Het geactualiseerde besluit is met ingang van 13 maart 2009 in werking getreden.

 

Volledig bericht

De staatssecretaris van Financiën heeft een geactualiseerd besluit uitgebracht over het beleid met betrekking tot loonheffingen. Daarnaast bestaat er ook een Handboek loonheffingen, dat werkgevers kunnen gebruiken voor hun aangiften loonbelasting en premie volksverzekeringen. Het handboek biedt niet dezelfde rechtsbescherming als de beleidsbesluiten, omdat het handboek wordt gezien als algemeen voorlichtingsmateriaal. De staatssecretaris vindt dat ongewenst in situaties waarin werkgevers in redelijkheid afgaan op het handboek. Dit speelt vooral bij standpunten die niet letterlijk zijn overgenomen uit de rechtspraak of uit andere rechtsbronnen. Daarom zet de staatssecretaris in het geactualiseerde besluit uiteen wat de status is van het Handboek loonheffingen (en de bijbehorende nieuwsbrieven en mededelingen).
 
De hoofdregel is voortaan dat de Belastingdienst de handelwijze van de werkgever volgt, als deze bij het nakomen van zijn inhoudingsplicht is afgegaan op het Handboek loonheffingen. Hierop bestaat een uitzondering. Is de verstrekte informatie in het handboek zo duidelijk onjuist dat de werkgever dit in redelijkheid had moeten beseffen, dan volgt de belastingdienst de handelwijze van de werkgever niet.
 
Het geactualiseerde besluit vervangt het besluit van 22 augustus 2007 en daarnaast worden twee eerdere besluiten ingetrokken. In het nieuwe besluit zijn de standpunten van de belastingdienst opgenomen, die betrekking hebben op de fiscale duiding van bepaalde arbeidsvoorwaarden. Het gaat daarbij om de vraag of al dan niet sprake is van belast loon uit dienstbetrekking of een mogelijke (gedeeltelijke) vrije vergoeding of verstrekking. In het nieuwe besluit zijn de paragrafen over de wettelijke vrijstelling van bepaalde vergoedingen van ziektekosten vervallen, omdat deze vrijstelling met ingang van 1 januari 2009 niet meer geldt.
 
Het geactualiseerde besluit is met ingang van 13 maart 2009 in werking getreden.
 
Bron: Ministerie van Financiën, 20-2-2009, nr. CPP2009/78M (gepubliceerd 11-3-2009).