Nieuwe criteria voorbelasting bv

Hof Arnhem heeft nieuwe eisen opgesteld voor het bepalen welk deel van de betaalde btw als voorbelasting mag worden afgetrokken.

Hof Arnhem heeft nieuwe eisen opgesteld voor het bepalen welk deel van de betaalde btw als voorbelasting mag worden afgetrokken.

Doorgaans vraagt een bedrijf voor een deel van zijn activiteiten btw en voor een ander deel niet. Dat deel van de btw die hij zelf betaalt, is als voorbelasting aftrekbaar.

De verdeling gebeurt meestal op basis van de omzet. Soms wordt het bepaald aan de hand van het gebruik van het bedrijfspand. Maar soms is het lastig vast te stellen welk deel van het pand waarvoor wordt gebruikt.

Activiteiten

Het Hof vindt het voldoende als dat voor een deel van het pand precies kan worden vastgesteld. Bijvoorbeeld: twee kamers voor btw-belaste activiteiten en één kamer voor niet-btw-belaste activiteiten en de twee resterende kamers gemengd, betekent dat tweederde van de betaalde btw als voorbelasting mag worden afgetrokken.

 

Bron: Pleinplus.nl

Sneller aangifte vennootschapsbelasting met verkorte versie aangifteprogramma

Ondernemers kunnen sneller aangifte vennootschapsbelasting doen over het boekjaar 2008 of 2008/2009. Dat kan met de verkorte versie van het aangifteprogramma van de fiscus.

25-03-2009 10:30 Belastingdienst

Ondernemers kunnen sneller aangifte vennootschapsbelasting doen over het boekjaar 2008 of 2008/2009. Dat kan met de verkorte versie van het aangifteprogramma van de fiscus. Zij beantwoorden zes vragen om te zien of zij daarvoor in aanmerking komen, zo meldt de Belastingdienst.

Ondernemers kunnen het aangifteprogramma vennootschapsbelasting 2008 sinds 24 maart downloaden van het beveiligde gedeelte van www.belastingdienst.nl. Aan de hand van zes vragen kunnen ondernemers nagaan of zij onderdelen van de aangifte kunnen overslaan.

De verkorte versie van het programma laat deze onderdelen niet meer zien en vult sommige vragen met ‘nee’ in. In de helpfunctie van het programma staat een overzicht van de overgeslagen onderdelen.  

Kamer van Koophandel start sociaal netwerk

De Kamer van Koophandel startte vandaag een nieuwe community voor ondernemers: Hallo.

De Kamer van Koophandel startte vandaag een nieuwe community voor ondernemers: Hallo.
Op www.kvk.nl/hallo kunnen ondernemers ervaringen uitwisselen, vragen stellen, contacten leggen, groepen vormen, tips geven en netwerken. Vraag is echter of ondernemers nog op een nieuw sociaal netwerk zitten te wachten naast Linkedin, Xing en Plaxo.
De Hallo! community geeft ondernemers de gelegenheid om van elkaar en van de ontwikkelingen in hun eigen regio of branche op de hoogte te blijven. Een bedrijf dat hinder ondervindt van bepaalde wetten en regels kan bij collega’s te rade gaan over mogelijke oplossingen. Een startende zzp’er krijgt er tips over hoe hij in zijn branche het beste te werk kan gaan. Een ondernemer die zijn zaak wil verkopen, komt er misschien geïnteresseerde kopers tegen. En de Kamer van Koophandel zorgt ervoor dat ondernemers er op de hoogte blijven van de seminars of themadagen die zij voor ondernemers organiseren.

De komende maanden zal de Kamer van Koophandel op diverse manieren ingeschreven ondernemers voor deze nieuwe community uitnodigen. De verwachting is dat deze nieuwe dienst grote groepen ondernemers met elkaar in contact brengt. De doelstelling is om binnen een jaar 15.000 leden te hebben.

Overname bedrijfsmiddelen tegen lagere prijs dan waarde economisch verkeer was toch zakelijk: geen schenkingsrecht

De Hoge Raad heeft onlangs twee interessante arresten gewezen over schenkingsrecht en bedrijfsopvolging binnen familieverband. In beide procedures zette de zoon en de dochter de onderneming voort die voorheen in maatschapsverband met de ouders was gedreven.

 

Volledig bericht

De Hoge Raad heeft onlangs twee interessante arresten gewezen over schenkingsrecht en bedrijfsopvolging binnen familieverband. In beide procedures zette de zoon en de dochter de onderneming voort die voorheen in maatschapsverband met de ouders was gedreven. Zij gaven daarbij uitvoering aan het voortzettingsbeding in hun maatschapsakte. De voortzettende zoon/dochter nam de bedrijfsmiddelen van de uittredende ouders over voor een lagere prijs dan de waarde in het economische verkeer. De inspecteur legde een aanslag voor het recht van schenking op omdat volgens hem sprake was van een schenking. Hof Den Haag en de Advocaat-Generaal van de Hoge Raad waren het daarmee eens omdat er een verschil bestond tussen de waarde in het economische verkeer en de betaalde overnameprijs voor de bedrijfsmiddelen.
 
De Hoge Raad heeft beide hofuitspraken echter vernietigd. De Hoge Raad bepaalt dat het wetsartikel in de Successiewet over de heffingsgrondslag geen rol speelt bij de vraag of er sprake is van een schenking. Om een schenking te kunnen aannemen is niet maatgevend of sprake is van een waardeverschil tussen de waarde in het economische verkeer en de overnameprijs voor de overgenomen bedrijfsmiddelen, maar of sprake is van een schenking volgens het Burgerlijk Wetboek. Volgens het Burgerlijk Wetboek is sprake van een schenking als aan een bepaalde handeling een bedoeling tot bevoordeling ten laste van het eigen vermogen ten grondslag ligt.
 
Voorts wees de belastingkamer van de Hoge Raad naar een arrest van de civiele kamer van de Hoge Raad uit 2004. In dat arrest was sprake van een voorheen door vader en zoon in maatschapsverband uitgeoefend agrarisch bedrijf dat werd voortgezet door de zoon. De Hoge Raad had daarbij onder meer overwogen dat de rechtsbetrekkingen tussen deelgenoten in een gemeenschap worden beheerst door de maatstaven van redelijkheid en billijkheid. Deze maatstaven staan in het algemeen in de weg aan een waardering van ondernemingsgoederen die voortzetting van een (nog juist lonend) bedrijf onmogelijk maakt.
 
De belastingkamer van de Hoge Raad verbond hieraan de conclusie dat hieruit voortvloeit dat in het algemeen sprake zal zijn van nakoming van een verplichting – en niet van de bedoeling tot bevoordeling – voor zover de waardering op een lagere waarde dan de economische waarde noodzakelijk is om de voortgezette bedrijfsuitoefening te verzekeren.
 
In beide procedures had de inspecteur niet weersproken dat de overnamesom op een zodanig bedrag was gesteld om de onderneming nog juist lonend te kunnen voortzetten. Ook waren niet van omstandigheden gebleken die aanleiding zou kunnen geven dat het uitgangspunt van het civiele arrest uit 2004 niet van toepassing was.
 
Bron: Hoge Raad, 20-3-2009, nr. 43393 en 43394.