Uitstel van betaling voor uw BTW, loonbelasting en vennootschapsbelasting

U kunt straks 4 maanden uitstel van betaling krijgen voor de BTW, loonbelasting en vennootschapsbelasting.

U kunt straks uitstel van betaling krijgen voor de BTW, loonbelasting en vennootschapsbelasting. Over de uitstelperiode van (maximaal) vier maanden moet u echter dan wel wettelijke rente betalen. Staatssecretaris Weekers van Financiën zal dit plan tijdens Prinsjesdag bekend maken.

De financiële crisis zorgt ervoor dat veel mkb-bedrijven moeite hebben met het betalen van de belastingen. Veel bedrijven kunnen maar moeilijk aan voldoende financiële middelen komen om alle rekeningen en belastingen te betalen. Staatssecretaris Weekers wil deze bedrijven tegemoet komen. In het Belastingplan 2013 wordt dan ook een voorstel voor uitstel van betaling van BTW, loonbelasting en vennootschapsbelasting opgenomen.

Wettelijke rente over uitstel

U kunt uitstel van betaling krijgen voor een bedrag aan belasting tussen de € 10.000 en € 15.000. Dit moet de kleine bedrijven een beetje helpen om uit de crisis te komen. De Belastingdienst geeft u echter niet renteloos uitstel van betaling. Over de periode van maximaal vier maanden moet u namelijk wel de wettelijke rente over het uitstelbedrag betalen. Het plan zal de overheid zo’n € 56 miljoen kosten.

Lees alles over: Prinsjesdag 2012

Het venijn van de suppletie-aangifte

De suppletie-aangifte voor de btw komt niet in de wet voor en dat zorgt al jaren voor confrontaties tussen ondernemers en fiscus. Wat gebeurt er als u nalaat suppletie te doen, mag er zomaar een boete worden gegeven?

 

De suppletie-aangifte voor de btw komt niet in de wet voor en dat zorgt al jaren voor confrontaties tussen ondernemers en fiscus. Wat gebeurt er als u nalaat suppletie te doen, mag er zomaar een boete worden gegeven? 

De Btw-aangifte
De btw-aangifte is een periodiek terugkerend fenomeen. Eens per maand, kwartaal of per jaar moet een overzicht worden gemaakt van geleverde diensten en in rekening gebrachte btw. De door een ondernemer betaalde btw over aangeschafte goederen en diensten mag daarvan worden afgetrokken. Het verschil moet worden afgedragen of wordt terug ontvangen.

Suppletie aan einde van het jaar
Het lijkt eenvoudig, maar een vergissing is zo gemaakt. Veel adviseurs lossen dat praktisch op: na afloop van het jaar wordt een zogenoemde suppletie-aangifte ingediend. Daarin worden alle correcties opgenomen op de ingediende aangiften, min of meer een soort naberekening. De fiscus legt dan een naheffingsaanslag op en de te weinig afgedragen btw wordt alsnog betaald.

Niet in de wet
Jarenlang is er geharrewar geweest met de fiscus over de status van de suppletie-aangifte. In de wet kwam deze immers niet voor. Ook in procedures kwam de vraag naar voren hoe met een suppletie moest worden omgegaan in het bijzonder als de fiscus geld terug moest geven.

Op tijd indienen
Het moment van indienen bleek dan ineens een rol te spelen. Want, zo was de redenering, om de suppletie als bezwaar te kunnen aanmerken, moet hij wel tijdig worden ingediend. Ofwel: binnen zes weken na afloop van de betalingstermijn.

Adviseurs hebben echter tot en met eind januari met de btw-afdracht over het vierde kwartaal te maken en doen de suppletie vaak pas daarna. Dat betekent in de praktijk dat veel suppleties eind februari of begin maart worden ingediend. Met als gevolg dat de bezwaartermijn ruimschoots is overschreden en er een niet-ontvankelijkverklaring volgt.

Geen suppletie ingediend?
Minder bekend was wat er moest gebeuren als er geen suppletie was ingediend. Nergens in de wet staat immers dat dat moet.

Onlangs moest de Rechtbank Arnhem hierover oordelen. Het betrof een situatie waarin de belastingplichtige een suppletie-aangifte deed, die zoek raakte en een naheffingsaanslag met boete kreeg opgelegd na controle van de jaarstukken. Er was volgens de inspecteur onjuist aangifte gedaan.

Dat vond de rechter wel heel kort door de bocht. De boete werd geschrapt, want om deze op te kunnen leggen moet er sprake zijn van opzet of grove schuld. Maar dan wordt van belang waarom de btw niet correct is afgedragen. Immers, doet een belastingplichtige opzettelijk geen afdracht, dan is er op z’n minst sprake van opzet.

Boete mag niet zomaar
Duidelijk is wel dat een ondernemer die te goeder trouw een fout maakt bij het indienen van de btw-aangifte niet zomaar automatisch een boete kan krijgen. Krijgt u die toch? Ga dan in bezwaar en beroep, het kan de moeite waard zijn!

Fiscus legt 76 amateurvoetbalclubs onder vergrootglas

Veel voetbalclubs die in de hoofdklasse van het amateurvoetbal spelen zijn eigenlijk (semi)profclubs. Deze conclusie kan men trekken uit het onderzoek van de fiscus onder 84 hoofdklassers in het amateurvoetbal.

Veel voetbalclubs die in de hoofdklasse van het amateurvoetbal spelen zijn eigenlijk (semi)profclubs. Deze conclusie kan men trekken uit het onderzoek van de fiscus onder 84 hoofdklassers in het amateurvoetbal. De onderzoeken hebben betrekking op vijf jaar en leverden in totaal ruim € 6,5 miljoen aan correcties op. Gemiddeld werd per club € 55.500 aan loonbelasting en € 28.500 aan BTW gecorrigeerd. Niet bij alle clubs: acht clubs hadden de zaken op orde. Vijftien clubs kregen te maken met meer dan € 100.000 aan correcties.

De onderzoeken zijn in 2005 gestart en vonden in overleg met de KNVB plaats. Aanleiding voor de onderzoeken was onder meer de mogelijk oneerlijke concurrentie tussen de amateurclubs onderling en tussen amateur- en betaald voetbal. Een belangrijk doel van de onderzoeken is de verbetering op administratief en belastingterrein bij de clubs.

Grote financiële belangen
De financiële belangen in de hoofdklasse zijn relatief groot. Sommige clubs zijn vergelijkbaar met het niveau van clubs in de Jupiler League in het betaald voetbal. De ontwikkeling van een club naar dat niveau gaat soms sneller dan de ontwikkeling op bestuurlijk niveau. Na de eerste bevindingen heeft de Belastingdienst de clubs voorgelicht over de meest voorkomende fiscale aspecten op het terrein van de loon- en omzetbelasting. Deze voorlichting zal vanaf het najaar van 2009 in samenwerking met de KNVB ook aan de voetbalclubs in de lagere klassen worden aangeboden.

Correcties’
Veruit de meeste correcties in de loonbelasting hebben betrekking op betalingen aan spelers. Als een betaling geen onkostenvergoeding maar een beloning is voor de werkzaamheden als speler, is in de meeste gevallen sprake van een dienstbetrekking en moet de club loonbelasting inhouden.
De correcties omzetbelasting hebben veelal betrekking op het zogeheten gemengde ondernemerschap van de voetbalclub. Een voetbalclub is een gemengde ondernemer omdat over het gelegenheid geven tot sportbeoefening geen omzetbelasting hoeft te worden afgedragen, maar wel over activiteiten als de exploitatie van de kantine (als deze omzet een bepaald bedrag te boven gaat), reclame en de verkoop van toegangskaartjes. De clubs hebben van de Belastingdienst richtlijnen voor de splitsing ontvangen, zodat deze voortaan op de juiste wijze plaatsvindt.

Over de eindresultaten gaan de KNVB en de Landelijke Doelgroep Sport van de Belastingdienst in gesprek om te zien of de voorlichting en begeleiding van de voetbalclubs verder kan worden ontwikkeld.

Nieuwe btw-correcties auto van de zaak

Heeft u aan uw personeel auto’s ter beschikking gesteld die ook voor privé worden gebruikt, dan moet u de btw die u in eerste instantie geheel in aftrek heeft gebracht corrigeren.

Heeft u aan uw personeel auto’s ter beschikking gesteld die ook voor privé worden gebruikt, dan moet u de btw die u in eerste instantie geheel in aftrek heeft gebracht corrigeren.

 

Let echter op, deze btw-correctie is onlangs gewijzigd. Dat is het gevolg van een recent besluit van de staatssecretaris.

U heeft als werkgever alleen recht op btw-aftrek als er sprake is van ondernemerskosten. Dit betekent dat de btw die aan het privégebruik van de auto van uw werknemer kan worden toegerekend niet aftrekbaar is. Hoe bepaalt u nu dat privégebruik? U kunt uw werknemers vragen het privégebruik door middel van een rittenadministratie bij te houden. De aan het privégebruik toe te rekenen btw is dan niet aftrekbaar. De rechter heeft echter bepaald dat een werkgever het bijhouden van een rittenadministratie niet kan afdwingen.

In veel gevallen zal een rittenadministratie dus niet voorhanden zijn. Om dit probleem op te lossen mag een werkgever voor de btw-correctie gebruikmaken van de regeling zoals die geldt voor ondernemers, de zogenoemde forfaitaire regeling.

Forfaitaire regeling

Deze regeling houdt in dat u de btw op kosten van aanschaf, gebruik en onderhoud van de auto in eerste instantie volledig in aftrek brengt. Vervolgens maakt u in de laatste btw-aangifte van het boekjaar een correctie voor privégebruik van uw werknemer. Onlangs maakte de staatssecretaris bekend dat de btw-correctie met terugwerkende kracht tot 1 januari 2008 12% bedraagt van de correctie in de inkomsten- en loonbelasting. Kortom, voor de btw-correctie wordt volledig aangesloten bij de inkomsten- en loonbelasting.

Dit was tot voor kort anders. Tot 1 januari 2008 was het zo dat een werkgever voor een werknemer die minder dan 500 km privé reed geen bijtelling in de loonbelasting in aanmerking hoefde te nemen, maar nog wel een btw-correctie moest berekenen (12% x 10% x cataloguswaarde).

 

Woon-werkverkeer

Het verschil zat in een andere kwalificatie van privégebruik. Voor de btw werden namelijk woon-werkkilometers wél als privé aangemerkt, terwijl dit voor de inkomsten- en loonbelasting niet het geval was. Dit verschil is met terugwerkende kracht tot 1 januari 2008 opgeheven. De goedkeuring van de staatssecretaris zorgt voor een aanzienlijke vereenvoudiging, omdat de werkgever nu geheel kan uitgaan van de bijtelling in de loonbelasting.

Ook is hiermee een ander verschil opgeheven, namelijk het verschil tussen ambulante en niet-ambulante werknemers. Vóór 2008 gold voor ambulante werknemers die meer dan 500 km privé reden voor de btw een correctie van 12% x 22% x cataloguswaarde. Nu is dat 12% x 25% x cataloguswaarde.

 

Let op!

Tot 1 januari 2008 gold woon-werkverkeer voor de btw als privé, terwijl dit voor de inkomsten- en loonbelasting niet zo was. Met terugwerkende kracht tot 1 januari 2008 is dit verschil opgeheven.

 

Percentages

Door de goedkeuring van de staatssecretaris kan de werkgever voor de btw-correctie dezelfde percentages hanteren die gelden voor de inkomsten- en loonbelasting. Dit betekent dus dat een werkgever in principe 12% x 25% x cataloguswaarde auto moet corrigeren. Wordt er in een (semi)zuinige auto gereden, dan kan de werkgever uitgaan van 12% x 20% of 12% x 14%.

 

De btw-correctie voor privégebruik van de auto van de zaak bedraagt:

  • 12% x 14% x cataloguswaarde auto ingeval er in een zeer zuinige auto wordt gereden en het aantal privékilometers meer dan vijfhonderd bedraagt;
  • 12% x 20% x cataloguswaarde auto ingeval er in een semizuinige auto wordt gereden en het aantal privékilometers meer dan vijfhonderd bedraagt;
  • 12% x 25% x catalogusprijs ingeval er sprake is van ambulant personeel en het aantal privékilometers meer dan vijfhonderd bedraagt. Tot 1 januari 2008 gold voor deze situatie nog een btw-correctie van 12% x 22% x catalogusprijs;
  • 12% x € 300 per bestelauto per werknemer per jaar ingeval de bestelauto doorlopend afwisselend wordt gebruikt door twee of meer werknemers (en waarvoor in de loonbelasting de eindheffing van € 300 per bestelauto geldt);
  • nihil voor werknemers die de auto minder dan vijfhonderd kilometer privé gebruiken. Tot 1 januari 2008 gold voor deze situatie nog een btw-correctie van 12% x 10% x cataloguswaarde auto;
  • nihil voor werknemers die in een bestelauto rijden die (nagenoeg) uitsluitend geschikt is voor goederenvervoer of in een bestelauto die niet buiten werktijd mag worden gebruikt;
  • 12% x 25% x cataloguswaarde auto in alle overige situaties.

Voorbeeld

Stel een werknemer rijdt voor zijn woon-werkverkeer in een auto van de zaak. Hij rijdt jaarlijks minder dan vijfhonderd kilometer privé, waardoor er voor de loonbelasting geen bijtelling voor het privégebruik geldt. Tot 1 januari 2008 moest de werkgever nog wel een btw-correctie toepassen van 12% x 10% x catalogusprijs auto.

Vanaf 1 januari 2008 hoeft dit niet meer.

 

Eigen bijdrage

Stel u ontvangt van uw werknemer een eigen bijdrage voor het privégebruik. Over deze vergoeding bent u btw verschuldigd. De btw die u verschuldigd bent bij toepassing van de bijtelling voor privégebruik kunt u verminderen met de btw die u moet voldoen over de vergoeding die u van uw werknemer heeft ontvangen.

Stel u heeft van uw werknemer een bedrag van € 3000 ontvangen voor het privégebruik van de auto van de zaak. De in dat bedrag begrepen btw (19/119 x 3000 = € 479) heeft u op aangifte voldaan. De auto heeft een cataloguswaarde van € 25.000. Het gaat om een zuinige auto zodat de btw-correctie in eerste instantie 12% x 20% x € 25.000 = € 600 bedraagt.

Dat bedrag mag u vervolgens verminderen met de al voldane € 479. Per saldo geeft u dus in het laatste tijdvak van het jaar een bedrag van € 121 aan.

 

Advies

Het besluit van de staatssecretaris over de btw-correctie heeft terugwerkende kracht tot 1 januari 2008. Werkgevers die een te hoge correctie hebben toegepast kunnen bezwaar maken tegen de eigen aangifte of – als de termijn is verstreken is – amtbshalve teruggaaf claimen.

Dat geldt voor niet-ambulante werknemers zonder bijtelling in de loonbelasting. Tot 2008 gold voor hen een correctie van 12% x 10% x cataloguswaarde, maar vanaf 2008 is geen correctie meer nodig.

Dat geldt ook voor werknemers die in een zuinige auto rijden en waarvoor vanaf 2008 een correctie van 14% of 20% (in plaats van 25%) mag worden toegepast.

 

Bron: De SalarisAdviseur >>

Belastingdienst: Aanvraagtermijn kwartaalaangifte btw verlengd

Ondernemers die maandelijks aangifte btw doen, kunnen vanaf 1 juli per kwartaal aangifte doen en omzetbelasting betalen.

Ondernemers die maandelijks aangifte btw doen, kunnen vanaf 1 juli per kwartaal aangifte doen en omzetbelasting betalen. Wie kwartaalaangifte wil gaan doen, kan nog tot donderdag 11 juni een aanvraag insturen, zo meldt de Belastingdienst.
De Belastingdienst: ‘Met de kwartaalaangifte stelt het kabinet u in staat om het betalen van btw uit te stellen. U komt hiervoor in aanmerking als u begin mei een brief hebt ontvangen. Vul deze brief in als u wilt overstappen naar de kwartaalaangifte en stuur een kopie van de brief vóór 11 juni 2009 naar uw belastingkantoor. Als u de aanvraag op tijd instuurt, voeren wij de wijziging per 1 juli door. Uw eerstvolgende aangifte gaat dan over het 3e kwartaal van 2009. U krijgt hierover geen apart bericht. Wanneer uw aanvraag na 11 juni binnenkomt, kunnen wij niet garanderen dat we deze op tijd kunnen verwerken. Wilt u per maand aangifte blijven doen, omdat u bijvoorbeeld regelmatig een teruggaaf krijgt? U hoeft de brief niet terug te sturen. Voor u wijzigt er dan niets.’